Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 maart 2024 in de zaak tussen
[eiseres], uit [woonplaats], eiseres
het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk, verweerder
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
24 februari 2022 opgesteld. Hierin staat dat eiseres bekend is met meerdere lichamelijke klachten, waaronder een aandoening aan het botspierstelsel van de rug, nek en voet, artrose in haar nek en pijn in haar schouder. Ook geeft eiseres aan de ze door de pijnklachten niet goed slaapt en dat ze minder concentratie heeft waardoor ze minder goed kan denken. Verder geeft ze aan dat ze sinds ze corona heeft gehad, vergeetachtiger wordt en ook angstiger. In maart 2021 is eiseres gevallen, waardoor zij pijn heeft overgehouden in haar rechterknie. Als gevolg van de lichamelijke klachten en het krachtverlies ervaart eiseres belemmeringen bij het doen van het huishouden. Eiseres heeft aangegeven dat haar zoon uit Den Haag (die ook het pgb beheert) de huishoudelijke taken verricht vanuit het pgb. Haar zoon weet wat er in huis is gedaan en wat er de volgende keer moet gebeuren. Hij doet de boodschappen, brengt eiseres naar het ziekenhuis en praat en wandelt met zijn moeder.
.Verder levert de zoon geen kwalitatief specialistische zorg met betrekking tot de indicatie ‘sociaal en persoonlijk functioneren’, zodat voor die indicatie volgens de consulent geen pgb meer kan worden verstrekt.
1 maart 2023 haar ‘oude’ pgb ontvangt. Verweerder heeft aan deze wijziging van de lopende indicatie ten grondslag gelegd dat uit het onderzoek van de Wmo-consulent en het medisch advies van Salude naar voren is gekomen dat eiseres wel regie kan voeren in het huishouden. De omvang van de huishoudelijke hulp (185 minuten per week) heeft verweerder vastgesteld aan de hand van het Normenkader Huishoudelijke ondersteuning 2019 (het normenkader). Voor de basissituatie verstrekt verweerder 125 minuten. Daaraan heeft verweerder 10 minuten toegevoegd voor de logeer- en waskamer en 15 minuten voor de bewerkelijkheid van de woning. Dat komt neer op 185 minuten per week inclusief de wasverzorging (35 minuten). Verweerder heeft een uurtarief gehanteerd van
€ 27,05 voor een informeel pgb voor de huishoudelijke taken en € 27,02 voor de wasverzorging. Samen komt dat neer op een pgb van € 83,39 per week.
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr.Y. Al-Qaq, griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 27 maart 2024.