ECLI:NL:RBDHA:2024:5164
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen weigering omgevingsvergunning voor Bed & Breakfast in strijd met erfdienstbaarheid
In deze zaak heeft eiser op 24 februari 2021 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het inrichten van een Bed & Breakfast (B&B) aan de [adres] te [plaatsnaam]. De gemeente, als verweerder, heeft deze vergunning op 1 juni 2021 verleend, maar na bezwaar van derde-partij, die zich beroept op een erfdienstbaarheid, heeft de gemeente op 7 december 2021 het besluit herroepen en de vergunning alsnog geweigerd. Eiser heeft hiertegen beroep aangetekend, waarbij hij betoogt dat de erfdienstbaarheid niet in de weg staat aan de vergunningverlening en dat de gemeente ten onrechte zijn bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard.
De rechtbank heeft op 4 april 2024 uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelt dat de gemeente te snel heeft geconcludeerd dat er sprake is van een evidente privaatrechtelijke belemmering door de erfdienstbaarheid. De rechtbank stelt vast dat niet zonder nader onderzoek kan worden vastgesteld dat het bouwplan in strijd is met de erfdienstbaarheid. De rechtbank laat de beroepsgronden van eiser die betrekking hebben op het voorschrift in de omgevingsvergunning onbesproken, omdat het primaire besluit is herroepen.
De rechtbank vernietigt de bestreden besluiten en draagt de gemeente op om een nieuw besluit te nemen op de bezwaren van eiser en derde-partij, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens wordt de gemeente veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiser. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. A.J. van der Ven, rechter, in aanwezigheid van mr. J. van Seters, griffier.