In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar verzoek tot handhavend optreden tegen de bouw van een dakkapel aan de noordkant van de woning van de belanghebbenden. Eiseres stelt dat de dakkapel niet vergunningvrij is gebouwd, omdat deze aan de voorkant van de woning is gerealiseerd. Verweerder heeft echter de zuidkant van de woning als voorkant aangemerkt, waardoor de dakkapel volgens hem in het achterdakvlak is gerealiseerd en vergunningvrij gebouwd mocht worden. De rechtbank heeft op 29 maart 2024 uitspraak gedaan en het beroep ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelt dat de dakkapel inderdaad niet gekeerd is naar openbaar toegankelijk gebied en dat verweerder terecht de afwijzing van het handhavingsverzoek heeft gehandhaafd. De rechtbank wijst erop dat de feitelijke situatie bepalend is voor de beoordeling van de ligging van de voorgevel en dat de dakkapel niet in strijd is met de geldende regelgeving.