ECLI:NL:RBDHA:2024:4409
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Openbaarheid van informatie op basis van de Wet open overheid; beoordeling van persoonlijke beleidsopvattingen en de uitzonderingen daarop
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 29 februari 2024, in de zaak met nummer SGR 23/2280, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn verzoek om openbaarmaking van het looncomponentenverslag beoordeeld. Eiser had een verzoek ingediend op basis van de Wet open overheid (Woo), maar dit verzoek werd door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen afgewezen. De rechtbank behandelt de vraag of verweerder op goede gronden heeft besloten het verslag niet openbaar te maken, ondanks dat het verslag ouder is dan vijf jaar.
De rechtbank oordeelt dat het looncomponentenverslag, dat grotendeels is gebaseerd op vragen van medewerkers, niet kan worden aangemerkt als persoonlijke beleidsopvattingen in de zin van de Woo. Verweerder heeft niet voldoende gemotiveerd waarom het verslag niet openbaar gemaakt kan worden, terwijl het algemeen belang van openbaarmaking in dit geval zwaarder weegt. De rechtbank stelt vast dat het verslag geen officiële status heeft binnen de organisatie en dat de argumenten van verweerder om geheimhouding te handhaven niet opwegen tegen het recht op toegang tot publieke informatie.
Uiteindelijk komt de rechtbank tot de conclusie dat het beroep gegrond is. Het bestreden besluit wordt vernietigd en de rechtbank bepaalt dat het looncomponentenverslag openbaar moet worden gemaakt. Tevens wordt verweerder opgedragen het door eiser betaalde griffierecht te vergoeden. Deze uitspraak benadrukt het belang van transparantie en het recht op toegang tot informatie, ook wanneer deze informatie ouder is dan vijf jaar.