Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen
[naam] , eiser
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop1.Bij besluit van 28 juni 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aan eiser verleende verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de zin van artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) met terugwerkende kracht tot ingangsdatum van de vergunning, zijnde 15 augustus 2015, ingetrokken op grond van artikel 32, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw 2000. Daarbij is tevens de aanvraag tot verlening van een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd afgewezen op grond van artikel 34, eerste lid, juncto artikel 32, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw 2000. Daarnaast is besloten dat eiser niet ambtshalve in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd. Bepaald is dat eiser Nederland onmiddellijk dient te verlaten. Aan eiser is een in reisverbod opgelegd voor de duur van tien jaar.
Overwegingen
Syrian Rebels hold pro-government prisoners in former schoolis, inclusief videomateriaal, op 1 augustus 2012 gepubliceerd op de website van CNN. Ook journalist Jon Lee Anderson bracht in augustus 2012 een bezoek aan deze gevangenis. Zijn artikel ‘
The War Within. As Syria descend into civil war, can its rebel factions unite against the government’, werd op 27 augustus 2012 gepubliceerd in The New Yorker. Door beide onderzoeksjournalisten is geconstateerd dat de gedetineerden in Mara sporen van mishandeling en marteling op hun lichaam vertoonden. In het videomateriaal van CNN komt een korte opname voorbij van een gedetineerde die duidelijk gemarteld of gefolterd is. In het artikel van Jon Lee Anderson wordt tevens melding gemaakt van mishandeling/marteling en zelfs een executie. Ook in een rapportage van een verslaggever van Al Jazeera in augustus 2012 wordt melding gemaakt van mishandeling en marteling die in deze gevangenis hebben plaatsgevonden. De conclusies van deze onderzoeksjournalisten wordt verder ondersteund door Human Rights Watch (HRW). In het artikel ‘
Syria: End Opposition Use Torture, Executions, Abuses show need for Accountability’,van 17 september 2012 wordt specifiek de gevangenis in Mara genoemd. Hierin wordt onder meer het volgende gezegd: “Human Rights Watch also documented torture and ill-treatment in the Maare detention facility, one of the recently established central detention facilities (…)”
knowing participation, omdat eiser heeft deelgenomen aan handelingen waarvan hij wist of had moeten weten dat het misdrijven betrof als bedoelt in artikel 1(F) van het Vluchtelingenverdrag. Uit onderzoek komt naar voren dat eiser onder de naam [naam] berucht is geworden wegens zijn gewelddadige optreden en in verband wordt gebracht met mishandeling, marteling/foltering en buitengerechtelijke executies. Dit betreffen misdrijven die dusdanig ernstig van aard zijn dat het voor eiser evident moet zijn geweest dat hij ernstige misdrijven pleegde. Nu eiser tevens tijdens zijn asielprocedure zijn asielrelaas niet naar waarheid heeft verklaard om daarmee zijn eigen aandeel en rol in de gewapende strijd en daarmee de door hem gepleegde misdrijven te verbergen, wordt geconcludeerd dat eiser zich van het misdadig karakter van zijn handelen bewust moet zijn geweest.
personal participation. Eiser heeft een misdrijf als bedoeld in artikel 1(F) van het Vluchtelingenverdrag gepleegd. Hij is onder de naam [naam] werkzaam geweest in de gevangenis van [naam] in Mara. Uit diverse artikelen komt naar voren dat hij daar een prominente rol vervulde. Zo wordt hij leidinggevende maar ook ‘top enforcer’ genoemd. Uit aanvullend onderzoek blijkt daarnaast dat hij ook persoonlijk mensen mishandeld dan wel gemarteld heeft. Gewezen wordt op de Facebookpost van het account [naam] . Op deze post hebben 11 mensen commentaren geplaatst. Uit deze commentaren valt op te maken dat diverse mensen direct aangeven persoonlijk te zijn gemarteld. Nu voorts uit eerdergenoemd rapport van HRW en de artikelen van CNN en The New Yorker blijkt dat er overduidelijk sprake is van mishandeling, marteling en foltering van gedetineerden in de Mara gevangenis en eiser hier persoonlijk een grote rol in heeft gehad, concludeert verweerder dat er een ernstig vermoeden is dat hij persoonlijk bedoelde misdrijven heeft gepleegd.
Awaiting Justice, Most notable armed opposition detention centres’van SNHR.org komt [naam] evident naar voren in verband met een andere gevangenis van [naam] , in de plaats Ar-Ra’ie, genaamd Al-Thawra. Deze [naam] wordt daarin direct in verband gebracht met marteling van gevangen aldaar: “(…)
However, those who were arrested while they were fighting with government forces or over security charges were prohibited from having visitors. They were also brutally tortured by a number of jailers led by a man called “ [naam]”
who was a young man in his thirties from northern Aleppo suburbs – Marea’ city. The jailors used to beat those who worked with government forces brutally and hang them from the roof for hours (…)”.
[naam], een vertaling die ook op 17 mei 2022 aan eiser is aangeboden, dat eiser ‘zijn lelijke stank in Al-Thawra gevangenis verspreid’. Dit komt overeen met de passage uit het rapport van SNHR.org. In de eerder aangehaalde en besproken artikelen van Wordpress en Almjhar.co wordt eiser eveneens direct in verband gebracht met de gevangenis Al-Thawra. Geconcludeerd wordt dan ook dat eiser ook in die gevangenis ernstige misdrijven en mensenrechtenschendingen heeft begaan.
’Staan de bepalingen van richtlijn 2008/115/EG, met name de artikelen 5, 6 en 9 alsook 9, lid 1, in de weg aan een nationale regeling op grond waarvan tegen een derdelander aan wie het eerder verblijfsrecht als vluchteling wordt ontnomen ten gevolge van de intrekking van de vluchtelingenstatus, ook een terugkeerbesluit moet worden uitgevaardigd wanneer reeds ten tijde van de uitvaardiging van dat besluit vaststaat dat de verwijdering van de betrokkene voor onbepaalde tijd ontoelaatbaar is wegens het verbod op refoulement, hetgeen tevens bij onherroepelijk beslissing wordt vastgesteld?’ Eiser acht de beantwoording van deze vraag ook relevant voor zijn zaak.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten, begroot op € 2.187,50.