ECLI:NL:RBDHA:2024:3898
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van de plaatsing van een asielzoeker in een Handhaving- en Toezichtlocatie (HTL) en de opgelegde vrijheidsbeperkende maatregel
Op 21 maart 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een asielzoeker die in beroep ging tegen de plaatsing in een Handhaving- en Toezichtlocatie (HTL) en de opgelegde vrijheidsbeperkende maatregel. De eiser, van Jemenitische nationaliteit, was eerder op 18 april 2023 geplaatst in de HTL te Hoogeveen na een incident waarbij hij opzettelijk brand had gesticht op een COA-locatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de plaatsing en de maatregel op goede gronden zijn genomen, gezien de ernst van de gedragingen van de eiser en het risico dat hij voor de veiligheid van anderen vormde. De rechtbank heeft de beroepsgronden van de eiser, die onder andere stelden dat de plaatsing in de HTL onrechtmatige vrijheidsontneming zou zijn en in strijd met het EVRM, verworpen. De rechtbank oordeelde dat de eiser de mogelijkheid had om de HTL voortijdig te verlaten en dat er geen sprake was van een onrechtmatige vrijheidsontneming. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.