ECLI:NL:RBDHA:2024:3871
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen voortduren van maatregel van bewaring in vreemdelingenzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 maart 2024 uitspraak gedaan in een vervolgberoep van eiseres, die in Vietnam geboren is en de Vietnamese nationaliteit heeft. Eiseres had beroep ingesteld tegen de maatregel van bewaring die op 25 december 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiseres verzocht tevens om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en het onderzoek gesloten op 13 maart 2024.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring rechtmatig was tot het moment van het sluiten van het onderzoek in het laatste vervolgberoep op 8 februari 2024. Eiseres voerde aan dat de voortgangsrapportage van verweerder geen duidelijkheid gaf over het zicht op uitzetting naar Vietnam. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen concrete aanknopingspunten zijn om te veronderstellen dat de Nederlandse ambassade zich niet aan de werkafspraak houdt om herinneringen te sturen naar de Vietnamese autoriteiten. De rechtbank concludeert dat er sprake is van zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn en dat eiseres geen medewerking verleent aan haar terugkeer naar Vietnam.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. E.J. Govaers, rechter, in aanwezigheid van mr. R. de Mul, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.