ECLI:NL:RBDHA:2024:3726
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning voor arbeid in loondienst en verzoek om voorlopige voorziening
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning onder de beperking ‘arbeid in loondienst’ en het verzoek om een voorlopige voorziening. Eiseres, een langdurig ingezetene derdelander uit Marokko, had haar aanvraag voor een tewerkstellingsvergunning (TWV) ingediend, maar deze werd afgewezen omdat zij niet voldeed aan de vereisten van een verblijfsvergunning voor tenminste een jaar. De rechtbank oordeelt dat de afwijzing terecht was, aangezien de verblijfsvergunning van eiseres met terugwerkende kracht was ingetrokken, waardoor haar verblijf niet als legaal kon worden beschouwd. Eiseres voerde aan dat zij langer dan een jaar rechtmatig verblijf had, maar de rechtbank oordeelde dat dit verblijf niet voldeed aan de voorwaarden voor toegang tot de arbeidsmarkt. De rechtbank verwierp ook de stelling van eiseres dat de hoorplicht was geschonden, omdat er geen twijfel bestond over de uitkomst van het bezwaar. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk, met de conclusie dat er geen aanleiding is voor een proceskostenvergoeding.