ECLI:NL:RBDHA:2024:3102
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd op grond van terugkeeroptie
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd op basis van de terugkeeroptie. De aanvraag werd afgewezen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die oordeelde dat Nederland niet het meest aangewezen land voor eiseres is. Eiseres, geboren in Kenia, verbleef eerder in Nederland van 2005 tot 2014 en heeft sindsdien in Kenia gewoond. De rechtbank heeft het beroep op 15 november 2023 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris op goede gronden heeft geoordeeld dat Nederland niet het meest aangewezen land is voor eiseres. Eiseres heeft niet aangetoond dat zij na haar terugkeer naar Kenia pogingen heeft ondernomen om naar Nederland terug te keren. Bovendien heeft zij in Kenia een gezin gesticht en daar een kind gekregen. De rechtbank heeft begrip voor de situatie van eiseres, maar oordeelt dat de staatssecretaris de feiten en omstandigheden correct heeft gewogen. Eiseres heeft ook betoogd dat verweerder ambtshalve had moeten toetsen of zij aanspraak kon maken op een verblijfsvergunning op grond van artikel 8 van het EVRM, maar de rechtbank oordeelt dat hier geen rechtsgrond voor is. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat het bestreden besluit van de staatssecretaris in stand blijft.