ECLI:NL:RBDHA:2024:3100
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd op grond van terugkeeroptie
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd op basis van de terugkeeroptie. De aanvraag werd afgewezen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, met het besluit van 21 juli 2022, en het bezwaar werd bij het besluit van 28 juni 2023 gehandhaafd. De rechtbank heeft de zaak op 15 november 2023 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder en een tolk.
Eiseres, geboren in Kenia in 1998, heeft tussen 2005 en 2014 in Nederland gewoond en is daarna teruggekeerd naar Kenia. In haar beroep stelt zij dat Nederland het meest aangewezen land voor haar is en dat verweerder ten onrechte niet heeft doorgetoetst op basis van artikel 8 van het EVRM. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris op goede gronden heeft geconcludeerd dat Nederland niet het meest aangewezen land is voor eiseres, gezien haar langdurige verblijf in Kenia en de omstandigheden van haar terugkeer.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, wat betekent dat de afwijzing van de aanvraag voor de verblijfsvergunning in stand blijft. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van haar proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen vier weken hoger beroep aantekenen bij de Raad van State.