ECLI:NL:RBDHA:2024:2513
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig nemen van besluit op aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis
In deze zaak heeft eiseres op 2 november 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op haar aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van 90 dagen heeft beslist, en dat eiseres rechtsgeldig in gebreke is gesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is, omdat de termijn voor het nemen van een besluit is verstreken zonder dat er een besluit is genomen.
De rechtbank legt de staatssecretaris een termijn van twintig weken op om alsnog een besluit bekend te maken. Tevens wordt er een dwangsom van € 100 per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500. Daarnaast wordt de staatssecretaris veroordeeld tot betaling van verbeurde bestuurlijke dwangsommen van € 1.442 aan eiseres en moet het betaalde griffierecht van € 184 worden vergoed. De proceskosten worden vastgesteld op € 437,50.
De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, en is openbaar gemaakt. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.