Uitspraak
[eiser], uit [woonplaats], eiser
het college van burgemeester en wethouders van Delft, het college
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
(de Beleidsregel). Van een onrechtmatig onderscheid is volgens het college geen sprake.
Rechtbank Den Haag
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 24 december 2024, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om energietoeslag 2022 beoordeeld. Eiser had op 9 oktober 2022 een aanvraag ingediend, die door het college van burgemeester en wethouders van Delft op 29 november 2022 werd afgewezen. Het college handhaafde deze afwijzing in een bestreden besluit van 14 april 2023, waarbij het stelde dat eiser niet tot de doelgroep voor energietoeslag behoort, omdat hij op de peildatum aanspraak kon maken op studiefinanciering en geen energiecontract op naam had.
Eiser betwist deze afwijzing en stelt dat het college een niet te rechtvaardigen onderscheid maakt tussen studenten en niet-studenten. Hij wijst erop dat de motivering van het college te algemeen is en niet recht doet aan de feitelijke situatie van studenten. De rechtbank oordeelt dat het college de aanvraag van eiser had moeten toetsen aan de voorheen gehanteerde vaste gedragslijn, aangezien de relevante beleidsregel pas na de peildatum in werking trad. Het college heeft verzuimd om een deugdelijke motivering te geven voor de afwijzing van de aanvraag, wat leidt tot een motiveringsgebrek.
De rechtbank geeft het college de gelegenheid om dit gebrek te herstellen, hetzij door een aanvullende motivering te geven, hetzij door een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. De rechtbank stelt een termijn van zes weken voor het herstel en houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak. Eiser en zijn gemachtigde hebben zich afgemeld voor de zitting, maar de gemachtigden van het college waren aanwezig. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.