ECLI:NL:RBDHA:2024:22479

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 juli 2024
Publicatiedatum
8 januari 2025
Zaaknummer
F.09/24/202
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van faillissement na verzet door Spaarsamenkaart B.V. en betalingsregeling met geopposeerde

In deze zaak heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Spaarsamenkaart B.V. verzet ingesteld tegen een eerder vonnis van de rechtbank waarin zij failliet was verklaard. Het verzet werd op 11 juni 2024 ingediend, na de faillissementsverklaring op 28 mei 2024. De rechtbank heeft het verzet gegrond verklaard en het faillissement op 15 juli 2024 vernietigd. De opposant heeft een betalingsregeling getroffen met de geopposeerde, waarbij een totaalbedrag van € 17.500,00 in termijnen zal worden betaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat de geopposeerde en de curator instemden met de vernietiging van het faillissementsvonnis, omdat de opposant voldoende zekerheid had gesteld voor de betaling van de vordering. De rechtbank heeft ook het salaris van de curator en de faillissementskosten vastgesteld, die ten laste komen van de opposant. De uitspraak is openbaar gedaan op 15 juli 2024.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies
insolventienummer: C/09/24/202 F
vonnis in verzet van 15 juli 2024
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Spaarsamenkaart B.V.,
ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer [KvK-nummer] ,
statutair gevestigd te Zoetermeer ,
vestigingsadres: [vestigingsplaats] , [adres] ,
handelend onder de namen
Heel Nederland Duurzaamen
MKB Besparingsadviseurs,
opposant,
advocaten: mrs. R.P.R. Nolten en L.A.C. van Lierop.
Waar deze zaak over gaat
Opposant heeft verzet ingesteld tegen het vonnis waarin zij failliet is verklaard. Dit verzet wordt door de rechtbank gegrond verklaard en het faillissement wordt vernietigd. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist. Eerst volgt een overzicht van de procedure.

1.De procedure

1.1.
Opposant heeft op 11 juni 2024 verzet ingesteld tegen het vonnis van 28 mei 2024, waarbij zij op verzoek van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [bedrijfsnaam] B.V., kantoorhoudende te [plaats] , (hierna: geopposeerde) in staat van faillissement is verklaard. Daarbij is mr. drs. J.C.A.T. Frima benoemd tot rechter-commissaris en mr. M.J. Beekman aangesteld als curator.
1.2.
Het verzet is op de zitting van 20 juni 2024 behandeld. Op die zitting verschenen:
- [naam 1] , namens opposant, bijgestaan door mr. A. el Ouath;
- [naam 2] , namens geopposeerde, bijgestaan door mrs. E.T. van den Hout en M.J. Swarts;
- de curator, voornoemd.
1.3.
De rechtbank heeft in verband met de behandeling van het verzet de volgende stukken ontvangen:
- het advies en (aangepaste) salarisverzoek van de curator;
- het verweerschrift van geopposeerde.
1.4.
Tijdens de terechtzitting zijn door beide partijen spreekaantekeningen overgelegd.
1.5.
De rechtbank heeft de zitting tot 16 juli 2024 aangehouden, om partijen alsnog in de gelegenheid te stellen tot een vergelijk te komen.
1.6.
De curator heeft de rechtbank op 4 juli 2024 per e-mail in kennis gesteld dat partijen tot een vergelijk zijn gekomen. Op 15 juli 2024 heeft opposant dit per e-mail aan de rechtbank bevestigd en heeft zij tevens de inhoud van de getroffen betalingsregeling uiteengezet.
1.7.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De beoordeling

2.1.
Het faillissement is uitgesproken op 28 mei 2024. Het verzet, dat door de rechtbank op 11 juni 2024 per e-mail en 12 juni 2024 per post is ontvangen, is daarmee tijdig ingesteld.
2.2.
Opposant heeft aan het verzet ten grondslag gelegd dat zij een betalingsregeling tegen finale kwijting met geopposeerde heeft getroffen, waarbij opposant de faillissementskosten zal dragen. De inhoud van de getroffen betalingsregeling luidt als volgt.
Opposant zal een bedrag ter hoogte van € 17.500,00 tegen finale kwijting over en weer overmaken naar geopposeerde. Deze betaling zal geschieden in 11 termijnen:
28-06-2024: € 7.500,00
01-08-2024: € 1.000,00
01-09-2024: € 1.000,00
01-10-2024: € 1.000,00
01-11-2024: € 1.000,00
01-12-2024: € 1.000,00
01-01-2025: € 1.000,00
01-02-2025: € 1.000,00
01-03-2025: € 1.000,00
01-04-2025: € 1.000,00
01-05-2025: € 1.000,00
Totaal: € 17.500,00
2.3.
Geopposeerde heeft op 15 juli 2024 per e-mail aan de rechtbank bevestigd dat zij instemt met vernietiging van het faillissementsvonnis nu opposant voldoende zekerheid heeft gesteld dat de vordering van geopposeerde gedeeltelijk zal worden voldaan.
2.4.
Ook de curator heeft ingestemd met vernietiging van het faillissementsvonnis, nu zekerheid is gesteld voor betaling van het salaris en de faillissementskosten. Dit bedrag is inmiddels door de curator op de faillissementsrekening ontvangen.
2.5.
De rechtbank moet beoordelen of op dit moment – het moment van beoordeling van het verzet – summierlijk is gebleken van het vorderingsrecht van geopposeerde én of opposant verkeert in de toestand van hebben opgehouden te betalen (HR 5 juni 2015, ECLI:NL:HR:2015:1473). In dat kader oordeelt de rechtbank dat voldoende is gebleken van feiten en omstandigheden waaruit volgt dat het vorderingsrecht van geopposeerde niet langer summierlijk blijkt. Bovendien is opposant in staat haar betalingen te hervatten. Zij verkeert dus niet langer in de toestand dat zij heeft opgehouden te betalen. Dit brengt mee dat het verzet gegrond zal worden verklaard.
2.6.
De rechtbank zal het salaris van de curator en de faillissementskosten vaststellen en daarna bepalen dat deze kosten en de kosten van de faillissementsaanvraag door opposant moeten worden betaald.

3.De beslissing

De rechtbank:
- verklaart het verzet gegrond;
- vernietigt het op 28 mei 2024 uitgesproken faillissement van opposant;
- stelt het salaris van de curator vast op € 8.739,27 (inclusief de verschuldigde omzetbelasting);
- stelt het bedrag van de faillissementskosten vast op € 349,57 (inclusief de verschuldigde omzetbelasting);
- bepaalt dat het salaris van de curator en het bedrag van de faillissementskosten alsmede de kosten van de aanvraag van het faillissement ten laste komen van opposant.
Dit is een beslissing van mr. L. Mundt, rechter, in samenwerking met M.Y.P.M. Zeeman, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 15 juli 2024.
Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?
Tegen deze uitspraak kan degene die dat volgens de Faillissementswet mag gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak hoger beroep instellen. Dat kan door een advocaat een verzoekschrift in te laten dienen bij de griffie van het gerechtshof in Den Haag.