Op 30 december 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van eisers tegen de minister van Asiel en Migratie. De eisers, vertegenwoordigd door mr. E. Ebes, hebben beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op hun asielaanvragen, ingediend op 25 april 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is verstreken en dat eisers de minister rechtsgeldig in gebreke heeft gesteld. Gezien het feit dat het beroep kennelijk gegrond is, heeft de rechtbank besloten om zonder zitting uitspraak te doen, zoals toegestaan onder artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft de minister opgedragen om uiterlijk op 22 maart 2025 een besluit te nemen op de asielaanvragen van eisers. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de minister de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 7.500,-. De rechtbank heeft ook de proceskosten van eisers vastgesteld op € 437,50, aangezien er sprake is van samenhangende zaken. De uitspraak is openbaar gemaakt en de rechtbank heeft de minister veroordeeld in de proceskosten van eisers.