ECLI:NL:RBDHA:2024:21959
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag en verzoek om voorlopige voorziening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 19 december 2024, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd beoordeeld. Eiser, die stelt de Tunesische nationaliteit te hebben, heeft zijn aanvraag ingediend, maar deze is door de minister van Asiel en Migratie niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van zijn asielverzoek. De rechtbank heeft in deze zaak geen zitting gehouden en oordeelt dat het beroep kennelijk ongegrond is. Eiser heeft zijn asielaanvraag in Duitsland ingediend op 13 oktober 2023, maar is vrijwel direct vertrokken, wat volgens de rechtbank niet betekent dat zijn aanvraag daar impliciet is ingetrokken. De rechtbank verwijst naar relevante uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State om te onderbouwen dat er sprake is van een terugnamesituatie en dat Duitsland verantwoordelijk blijft voor de behandeling van de asielaanvraag.
Eiser heeft aangevoerd dat het bestreden besluit niet voldoet aan de eisen van de Algemene wet bestuursrecht en de Dublinverordening, en dat verweerder onvoldoende rekening heeft gehouden met zijn gezinsbanden. De rechtbank oordeelt echter dat verweerder voldoende heeft gemotiveerd waarom geen gebruik is gemaakt van de discretionaire bevoegdheid van artikel 17 van de Dublinverordening. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij een duurzame relatie heeft met zijn partner en dat zijn (pleeg)dochter als gezinslid kan worden beschouwd. De rechtbank concludeert dat de beroepsgronden van eiser niet slagen en verklaart het beroep ongegrond. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt eveneens niet-ontvankelijk verklaard, en eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.