ECLI:NL:RBDHA:2024:21434
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens schending van de inlichtingenplicht
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 november 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. A. Dogan, en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, vertegenwoordigd door E.H. Buizert. Eiseres had een bijstandsuitkering ontvangen sinds 25 juni 2013, maar deze werd ingetrokken en teruggevorderd voor de periode van 1 juni 2022 tot 2 februari 2023, omdat zij haar inlichtingenplicht had geschonden door het huren van een kluis bij de Nederlandse Kluis B.V. (DNK) niet te melden. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op 2 juni 2022 een huurovereenkomst voor de kluis had afgesloten, maar dit niet aan de gemeente had doorgegeven. Eiseres stelde dat de inhoud van de kluis toebehoorde aan haar dochter en dat zij niet in strijd had gehandeld met haar inlichtingenplicht. De rechtbank oordeelde echter dat het bezit van de kluis een omstandigheid was die gemeld moest worden, en dat eiseres niet had aangetoond dat zij recht had op bijstand in de betreffende periode. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de intrekking en terugvordering van de bijstandsuitkering.