ECLI:NL:RBDHA:2024:2124
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen beslissing over beslistermijn in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 februari 2024 uitspraak gedaan op het verzet van een opposant tegen een eerdere uitspraak van 11 september 2023. In die eerdere uitspraak was het beroep van de opposant kennelijk gegrond verklaard, waarbij de rechtbank verweerder opdroeg om binnen twintig weken een besluit te nemen op de aanvraag van de opposant. De opposant heeft verzet aangetekend, omdat hij meent dat de beslistermijn te lang is en dat er geen noodzaak is voor nader onderzoek. De rechtbank heeft het verzet ongegrond verklaard en de eerdere uitspraak in stand gelaten. De rechtbank oordeelt dat de gekozen termijn van twintig weken is gebaseerd op rechterlijk beleid en dat de opposant niet heeft aangetoond dat de eerdere uitspraak in strijd is met de wet of dat er al onderzoek was verricht. De rechtbank benadrukt dat in verzet alleen kan worden beoordeeld of de bestuursrechter terecht zonder zitting uitspraak heeft gedaan. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en dat de uitspraak openbaar is gemaakt zonder mogelijkheid tot hoger beroep.