ECLI:NL:RBDHA:2024:21188

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 december 2024
Publicatiedatum
16 december 2024
Zaaknummer
09/276187-24
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor poging tot verboden wapenbezit, voorhanden hebben van vuurwerk, voorbereiding teweegbrengen ontploffing en het voorhanden hebben van vals geld

Op 17 december 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder poging tot verboden wapenbezit, het voorhanden hebben van vuurwerk, voorbereiding tot het teweegbrengen van een ontploffing en het voorhanden hebben van vals geld. De verdachte, geboren in 2000 en op dat moment gedetineerd, was betrokken bij een poging om een vuurwapen en munitie aan te schaffen via een chatgesprek. Tijdens de zitting op 3 december 2024 werd de tenlastelegging gewijzigd en de verdachte heeft bekend dat hij contact had gelegd met een verkoper van wapens. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 26 juli 2024 tot en met 27 augustus 2024 verschillende wapens en munitie voorhanden heeft gehad, evenals een aanzienlijke hoeveelheid vuurwerk en chemische stoffen die bestemd waren voor het maken van explosieven. De verdachte had ook 75 valse bankbiljetten in zijn bezit, waarvan hij wist dat ze vals waren, met de intentie deze als echt uit te geven. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan alle ten laste gelegde feiten en legde een gevangenisstraf op van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn werk en de afwezigheid van een strafblad voor soortgelijke feiten, maar benadrukte de ernst van de gepleegde feiten en het risico voor de veiligheid van anderen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/276187-24
Datum uitspraak: 17 december 2024
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[de verdachte],
geboren op [geboortedag] 2000 te [geboorteplaats] ,
BRP-adres: [adres] , [postcode] [woonplaats] ,
op dit moment gedetineerd in het Justitieel Complex [plaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting van 3 december 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. J. Roosma en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvrouw mr. A.T.C. Castermans naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging op de terechtzitting van 3 december 2024 – ten laste gelegd dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 26 juli 2024 tot en met 27 augustus 2024 te
Reeuwijk, gemeente Bodegraven-Reeuwijk, en/of Zwammerdam, gemeente Alphen
aan den Rijn, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door hem, verdachte,
voorgenomen misdrijf om:
- een wapen van categorie III, onder 1, van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool, van het merk Glock, Model 17 Gen 5, kaliber 9 mm, en/of
- meerdere stuks munitie (van kaliber 9 mm, .32 ACP en/of .380 ACP) van categorie III van de Wet wapens en munitie,
voorhanden te hebben/krijgen,
- meerdere chatberichten heeft gestuurd over de koop en/of afname van een wapen (en/of een geluiddemper) en/of munitie, en/of
- met de verkoper via de chatgesprekken afbeeldingen heeft gewisseld van wapens waarin verdachte interesse heeft, en/of
- met de verkoper is overeengekomen een pistool (en/of een geluiddemper) en/of munitie te kopen voor een geldbedrag van € 3.850,-, en/of
- ter overdracht van het wapen en/of de munitie op 27 augustus 2024 is verschenen op een afspraak met de verkoper en/of een bundel geld heeft getoond aan de
verkoper,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij op of omstreeks 27 augustus 2024 te Zwammerdam, gemeente Alphen aan den Rijn, een of meer wapens van categorie III, onder 1, van de Wet wapens en munitie, te weten:
- een pistool, van het merk FNH (CZ), Model 27, kaliber 7,65 mm, en/of
- een (omgebouwd) (alarm)pistool, van het merk Blow, model TR 17 K, kaliber 9 mm Knall, en/of
- een gaspistool, van het merk Zoraki, model 917, kaliber 9 mm PAK,
zijnde (een) vuurwapen(s) in de vorm van een pistool,
voorhanden heeft gehad;
3
hij op of omstreeks 27 augustus 2024 te Zwammerdam, gemeente Alphen aan den Rijn, een of meerdere stuks munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten:
- 9 stuks scherpe patronen van het kaliber 7,65 mm en/of
- 52 stuks omgebouwde knalpatronen (voorzien van een stalen/loden projectiel) van het kaliber 9 mm Knall en/of
- 2 stuks gaspatronen (pepperspray) van het kaliber 9mm PAPV en/of
- 50 stuks knalpatronen van het merk GECO, kaliber 8 mm knal en/of
- 50 stuks kogelpunten van het kaliber 7.65 mm en/of
- 50 stuks hulzen van het merk S&B, kaliber 7.65 mm,
voorhanden heeft gehad;
4
hij op of omstreeks 27 augustus 2024 te Reeuwijk, gemeente Bodegraven-Reeuwijk, in elk geval in Nederland, opzettelijk een of meer (75) bankbiljetten van € 50,- waarvan de valsheid en/of vervalsing hem, toen hij deze ontving bekend was met het oogmerk om deze als echt en onvervalst uit te geven en/of te doen uitgeven, in voorraad heeft gehad;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 27 augustus 2024 te Reeuwijk, gemeente Bodegraven-Reeuwijk, een of meer (75) bankbiljetten van € 50,-, althans een of meerdere drukwerken en/of een andere voorwerpen in een vorm die ze deed gelijken op bankbiljetten, heeft vervaardigd, heeft ontvangen, zich heeft verschaft, in voorraad heeft gehad, heeft vervoerd en/of heeft ingevoerd;
5
hij in of omstreeks de periode van 30 september 2022 tot en met 27 augustus 2024 te Zwammerdam, gemeente Alphen aan den Rijn, ter voorbereiding van het misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten het in artikel 157 van het Wetboek van Strafrecht omschreven teweegbrengen van een ontploffing, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar voor een ander of anderen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen te
duchten is, opzettelijk voorwerpen en/of stoffen, te weten:
(telkens)
- een of meerdere hoeveelheden pyrotechnische mengsels en/of losse chemische
stoffen en/of grondstoffen en/of
- een of meerdere ontstekers en/of ontstekingsmechanismen en/of een
hydraulische pers en/of een of meerdere buizen en/of een of meerdere
koffiemolens en/of
- een of meerdere vuurpijlen en/of signaalraketten en/of enkelschotsbuizen en/of
mortierbommen en/of caramella’s en/of flashbangers,
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven, vervaardigd, ingevoerd en/of voorhanden heeft gehad;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 30 september 2022 tot en met 27 augustus 2024 te Zwammerdam, gemeente Alphen aan den Rijn, zonder erkenning explosieven heeft vervaardigd;
6
hij op of omstreeks 27 augustus 2024 te Zwammerdam, in elk geval in Nederland, al dan niet opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- 62 stuks, althans één of meer stuks, banger(s) / flashbanger(s) (Cobra 6),
- 3 stuks, althans één of meer stuks, banger(s) / flashbanger(s) (SUPER Cobra 6),
- 6 stuks, althans één of meer stuks, banger(s) / flashbanger(s) (Caramella 16g),
- 33 stuks, althans één of meer stuks, mortierbom(men) (Shell),
- 31 stuks, althans één of meer stuks, vuurpijl(en) (SIGNALRAKETE),
- 19,02 gram, althans een hoeveelheid, enkelschotsbuis (WESTEN THUNDER),
- 0,7 gram, althans een hoeveelheid, enkelschotsbuis (Asian Thunder),
- 17 stuks, althans één of meer stuks, banger(s) / flashbanger(s) (FP3),
- 100 stuks, althans één of meer stuks, banger(s) / flashbanger(s) (Fuse cracker 1s Black widow) en/of
- 120 stuks, althans één of meer stuks, banger(s) / flashbanger(s) (CRAZY ROBOTS P1)
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad;

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft namens de verdachte partiële vrijspraak van feit 1 en feit 3 bepleit en integrale vrijspraak van feit 4 primair en feit 5. Met betrekking tot feit 2, feit 4 subsidiair en feit 6 heeft de raadsvrouw zich ten aanzien van het bewijs gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3.
Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank zal voor de feiten 2 en 6 met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering volstaan. De verdachte heeft deze feiten namelijk bekend en daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsvrouw geen vrijspraak bepleit. De officier van justitie heeft met betrekking tot deze feiten eveneens gerekwireerd tot bewezenverklaring.
De rechtbank heeft voor feit 1, feit 3, feit 4 en feit 5 opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring van redengevende feiten en omstandigheden.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2024260828 van de politie Eenheid Den Haag, district Alphen aan den Rijn-Gouda, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 362).
De rechtbank gebruikt de volgende bewijsmiddelen:
t.a.v. feit 1
1. de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 3 december 2024, voor zover inhoudende:
Het Telegram account ‘ [accountnaam] ’ was van mij. Het klopt dat ik daarmee contact heb gelegd en een bestelling heb geplaatst om een vuurwapen en munitie te kopen. Als eerste kwam ik in een groepsgesprek met allerlei verkopers en geïnteresseerden. Eén account liet verschillende foto’s zien van wapens die te koop waren. Ik heb die persoon in het Engels een bericht gestuurd. Die persoon bleek een Australisch iemand van justitie te zijn. Hij heeft mij een code gestuurd en die moest ik naar ‘ [naam] ’ sturen. Zo heb ik contact gelegd. De ontmoeting heeft op 27 augustus 2024 plaatsgevonden.
2. het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 27 augustus 2024, voor zover inhoudende (p. 12-16):
Op 26 juli 2024, ontving ik een chatbericht van een afzender ' [accountnaam] ’ via Telegram. Hierin schreef hij dat hij opzoek was naar het volgende: Glock 17 in de omgeving van Zwammerdam Zuid Holland Nederland. Deze berichten ontving ik in de Engelse taal. Kort weergegeven ging het over het volgende:
Dat hij uiteindelijk het volgende bestelde: Glock 17 gen 5 met een normale loop, een extra loop met schroefdraad, een demper, een doos subsonic 9mm, een doos
normaal 9mm, een doos 32 acp. en een doos .380 acp munitie voor een bedrag van
3850 euro.
Via de chat, kwamen wij overeen om elkaar op dinsdag 27 augustus 2024 te ontmoeten. Op verzoek van [accountnaam] stuurde ik nogmaals een foto van zijn bestelling. Op dinsdag 27 augustus 2024 bevonden wij ons in Reeuwijk. Henk gaf aan dat hij op de locatie was en naar mij toe zou komen en een zwarte pet droeg. Ik zag een persoon met een zwart shirt en een zwarte pet vanaf de parkeerplaats mijn kant op lopen. Ik vroeg aan Henk of hij happy was om een deal te maken. Hierop
antwoordde hij dat het zeker het geval was. Ik ben vervolgens met Henk het parkeerterrein opgelopen met de intentie om de overdracht van de bestelling te doen bij mijn voertuig.
t.a.v. feit 2
3. de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 3 december 2024;
4. het proces-verbaal van bevindingen, met bijlagen, opgemaakt op 28 augustus 2024, (p. 24-45);
5. het proces-verbaal wapenonderzoek, opgemaakt op 29 augustus 2024, (p. 55-57);
6. het proces-verbaal wapenonderzoek, opgemaakt op 29 augustus 2024, (p. 58-65);
7. het proces-verbaal wapenonderzoek, opgemaakt op 29 augustus 2024, (p. 66-72);
t.a.v. feit 3
8. de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 3 december 2024, voor zover inhoudende:
Het klopt dat er een doorzoeking heeft plaatsgevonden op 27 augustus 2024. De munitie die toen bij mij thuis is aangetroffen is voor mij een verzameling. Ik heb alles besteld via internet, dat is vrij te koop.
9. het proces-verbaal wapenonderzoek, opgemaakt op 29 augustus 2024, voor zover inhoudende (p. 55-57):
Het wapen werd aangetroffen in perceel [adres] te Zwammerdam. Bij bovengenoemd vuurwapen werd munitie aangetroffen.
Soort: pistoolmunitie
Merk: Geco
Kaliber: 7.65 mm
Aantal: 9 (negen) stuks
De aangetroffen patronen is munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet wapens en munitie.
10. het proces-verbaal wapenonderzoek, opgemaakt op 29 augustus 2024, voor zover inhoudende (p. 58-65):
Het wapen werd aangetroffen in perceel [adres] te Zwammerdam. Bij bovengenoemd (vuur)wapen werd munitie aangetroffen.
Soort: Omgebouwde knalpatronen
Merk: Diverse
Kaliber: 9 mm knall (voorzien van een stalen/ loden projectiel)
Aantal: 52 stuks
De aangetroffen patronen is munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet wapens en munitie.
11. het proces-verbaal wapenonderzoek, opgemaakt op 29 augustus 2024, voor zover inhoudende (p. 66-72):
Het wapen werd aangetroffen in perceel [adres] te Zwammerdam. Bij bovengenoemd vuurwapen werd munitie aangetroffen.
Soort: Gaspatronen (pepperspray)
Merk: Walther
Kaliber: 9 mm PAPV
Aantal: 2 stuks
De aangetroffen patronen is munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet wapens en munitie.
12. het proces-verbaal wapenonderzoek, opgemaakt op 3 september 2024, voor zover inhoudende (p. 133-134):
De munitie werd aangetroffen tijdens de doorzoeking van perceel [adres] te Zwammerdam.
Soort: Knalpatroon
Merk: GECO
Kaliber: 8 mm knal
Aantal: 50 (vijftig) stuks
De aangetroffen patronen zijn munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet wapens en munitie.
13. het proces-verbaal wapenonderzoek, opgemaakt op 3 september 2024, voor zover inhoudende (p. 135-137):
De munitie werd aangetroffen tijdens de doorzoeking van perceel [adres] te Zwammerdam.
Soort: Kogelpunt
Merk: onbekend
Kaliber: 7.65 mm
Aantal: 50 (vijftig) stuks
Soort: Huls
Merk: S&B (Sellier & Bellot)
Kaliber: 7.65 mm
Aantal: 50 (vijftig) stuks
De aangetroffen kogelpunten en hulzen zijn onderdelen van munitie in de zin van artikel 3 onder 2e, in verband met artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet wapens en munitie.
t.a.v. feit 4
14. de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 3 december 2024, voor zover inhoudende:
Om mijn veiligheid te waarborgen had ik op 27 augustus 2024 vals geld bij mij. Ik had dat valse geld mee voor het geval dat iemand mij zou proberen te rippen. Als ik bijna beroofd zou worden, kon ik makkelijk dat valse geld geven. Omdat de kwaliteit heel slecht was, wilde ik het valse geld ook weer verkopen. Daarom heb ik een advertentie geplaatst. Ik wilde geen verlies lijden.
15. het proces-verbaal forensisch technisch onderzoek valse bankbiljetten ​​, met bijlagen, opgemaakt op 6 september 2024, voor zover inhoudende (p. 143-148):
Aantal bankbiljetten: 75. Het onderzoek wees uit dat de bankbiljetten vals waren.
t.a.v. feit 5
16. de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 3 december 2024, voor zover inhoudende:
Het klopt dat er een doorzoeking heeft plaatsgevonden op 27 augustus 2024. De caravan was mijn opslagplaats voor onder meer grondstoffen en kant en klaar vuurwerk. Ik had verschillende soorten grondstof liggen om kleureffecten te maken die leiden tot een mooi siervuurwerk. Het waren halffabricaten. Dat zijn grondstoffen die je moet samenvoegen om een effect te veroorzaken. Ik wilde het zelf gaan afsteken met oud en nieuw. In het verleden heb ik ook wel eens eerder mijn eigen vuurwerk en professioneel vuurwerk afgestoken. Ik wist dat het afsteken van professioneel vuurwerk door particulieren strafbaar was. Ik heb alle spullen in een lang tijdsbestek bij elkaar verzameld. Het lag er echt al enige tijd. Alles wat daar lag was voor eigen gebruik. Die mortierbommen heb ik groot ingekocht. Wanneer men bijvoorbeeld gootsteenontstopper neemt, kan je daar door middel van elektrolyse zinkpoeder uit terugwinnen. Dit kan gebruikt worden voor een zilverkleurig effect. Ook andere chemische stoffen, bijvoorbeeld barium, koperoxide, strontiumnitraat, geven een effect. Ik had alles op voorraad en heb weleens wat getest, ja.
17. het proces-verbaal van vernietiging, met bijlagen, opgemaakt op 6 september 2024, voor zover inhoudende (p. 209-225):
Ik ben betrokken geweest bij de vernietiging van een grote hoeveelheid pyrotechnische mengsels en losse chemische stoffen. Deze stoffen waren afkomstig van de doorzoeking van perceel [adres] te Zwammerdam.
18. het proces-verbaal van verhoor verdachte, met bijlagen, opgemaakt op 10 oktober 2024, voor zover inhoudende (p. 320-348):
O: Ik heb een flink aantal foto’s die gemaakt zijn in je slaapkamer of in je caravan.
V: De vraag bij elke foto is: “wat is er op de foto te zien en waar gebruik je het voor?”.
O: Foto 1
A: Dit zijn ontstekers en ontstekingsmechanisme.​​​​​​​ Om vuurwerk op een veilige manier te ontsteken.
O: Foto 11
A: Dat zijn lege kartonnen buizen. Om dingen af te schieten.
O: Foto 34
A: De drie apparaten zijn koffiemolens om poeders fijn te maken.
O: Foto 35
A: Een hydraulische pers. Om poeders te persen.
19. Het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk, met bijlagen, opgemaakt op 18 september 2024, (p. 237-274):
Het inbeslaggenomen vuurwerk is onderzocht.
Ik zag dat dit vuurwerk was van het soort knalvuurwerk. (banger / flashbanger)
Naam: Cobra 6 (Trade name)
Aantal stuks: 62
Dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk.
Ik zag dat dit vuurwerk was van het soort knalvuurwerk. (banger / flashbanger)
Naam: CARAMELLA 16 g
Aantal stuks: 6
Dit pyrotechnisch artikel is aan te merken als professioneel vuurwerk op grond van de Tijdelijke regeling ex. Artikel 1.1.1., derde lid Vuurwerkbesluit wanneer het vuurwerk bestemd is voor vermaak en het vuurwerk bestemd is voor particulier gebruik als bedoeld in artikel 1.2.2. lid 7 van het Vuurwerkbesluit of de bestemming van het vuurwerk niet kan worden vastgesteld.
Ik zag dat dit vuurwerk was van de soort shell (mortierbom).
Naam: Shell
Aantal stuks: 17
Dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk.
Ik zag dat dit vuurwerk was van de soort vuurpijl.
Naam: SIGNALRAKETE
Aantal stuks: 31
Dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk.
Ik zag dat dit vuurwerk was van het soort enkelschotsbuis.
Naam: WESTEN THUNDER
Gewicht in kg: 19,02 kg.
Dit vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk.
t.a.v. feit 6
20. de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 3 december 2024;
21. Het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk, met bijlagen, opgemaakt op 18 september 2024, (p. 237-274).
3.4.
Bewijsoverwegingen
Ten aanzien van feit 1
Uit de bewijsmiddelen volgt dat de verdachte, nadat hij al eerder een foto had ontvangen, nogmaals om een foto van zijn bestelling heeft gevraagd. Anders dan de verdediging naar voren heeft gebracht, is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte met de verkoper via de chatgesprekken afbeeldingen heeft gewisseld van wapens waarin de verdachte interesse had. De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat feit 1 integraal bewezen kan worden.
Ten aanzien van feit 3
De verdediging heeft vrijspraak ten aanzien van de ten laste gelegde hulzen bepleit. De slaghoedjes ontbreken en door de verbalisant is niet weergegeven of deze hulzen dan alsnog geschikt zijn om munitie van te maken. Op grond van artikel 3 lid 2 van de Wet wapens en munitie zijn onder munitie tevens onderdelen van munitie begrepen voor zover ze geschikt zijn om munitie van te maken. Voor de beantwoording van de vraag wat nu precies geschikt wordt geacht om munitie mee te maken, is het bepaalde in paragraaf A 1.2.4. Circulaire wapens en munitie 2019 van belang. Hierin staat dat voor wat betreft munitie voor geweren, pistolen en revolvers daarvoor geschikt kan worden geacht: kogels, hulzen en slaghoedjes voor gebruik in hulzen. De rechtbank zal het verweer dan ook verwerpen en is van oordeel dat ook feit 3 integraal bewezen kan worden.
Ten aanzien van feit 4
Volgens de verdediging had de verdachte geen oogmerk op het uitgeven van het valse geld. Hij had deze valse bankbiljetten slechts meegenomen voor zijn eigen veiligheid en zijn intentie was om tot een koop te komen waarna hij met het onvervalste geld zou betalen.
Uit vaste jurisprudentie valt af te leiden dat het oogmerk tot het uitgeven en/of doen uitgeven van vals geld bijna steeds uit de omstandigheden van het geval wordt afgeleid. Illustratief hiervoor is een uitspraak van het gerechtshof Amsterdam van 1 november 2021 (ECLI:NL:GHAMS:2021:3276). Het hof is gekomen tot bewezenverklaring van het oogmerk om het valse geld als echt en onvervalst uit te geven of te doen uitgeven, omdat het vervalste bankbiljet gelijktijdig met een handelshoeveelheid verdovende middelen bij de verdachte werd aangetroffen, 'bij welke handel ook geld wordt uitgewisseld tussen de kopende en de verkopende partij', een en ander ondanks de verklaring van de verdachte dat hij geen bedoeling bij het bankbiljet had. In cassatie hield dit oordeel stand (ECLI:NL:HR:2023:1500).
De valse bankbiljetten zijn bij de verdachte aangetroffen in de context van wapenverkoop, bij welke handel ook geld wordt uitgewisseld tussen de kopende en de verkopende partij. Bovendien heeft de verdachte een advertentie geplaatst met het duidelijke doel de bankbiljetten te verkopen. Een eventuele koper kan de biljetten dan dus uitgeven. Daarmee kan worden vastgesteld dat de verdachte de bedoeling had om het valse geld in omloop te brengen. Ook het oogmerk op het doen uitgeven (door een ander) is daarmee bewezen. Concluderend kan bewezen worden verklaard dat de verdachte het oogmerk had de bankbiljetten als echt en onvervalst uit te geven en te doen uitgeven.
Ten aanzien van feit 5
Allereerst heeft de verdediging verweer gevoerd tegen de ten laste gelegde periode, nu het onduidelijk is welke stoffen (of welk vuurwerk) op welke datum bij de verdachte in zijn bezit zijn gekomen.
De rechtbank stelt vast dat de in het dossier aangetroffen data te zien zijn op productomschrijvingen van de fabrikant. De goederen zijn op enig moment besteld, waarna daar een label op is geplakt en de goederen op enig moment in het bezit van de verdachte terecht zijn gekomen. Het betreft drie data uit 2022. De verdachte heeft op zitting verklaard dat hij alle goederen in een lang tijdsbestek bij elkaar heeft verzameld en de hoeveelheid voorwerpen en stoffen duidt ook op een langere periode van aankoop. De rechtbank verwerpt daarom het verweer en is van oordeel dat de verdachte binnen de periode zoals ten laste is gelegd bezig is geweest met voorbereidingshandelingen.
Ten tweede heeft de verdediging naar voren gebracht dat het vereiste dubbele opzet ontbreekt. De verdachte heeft niet de intentie gehad een ontploffing teweeg te brengen en heeft ook geen opzet gehad op eventueel voorzienbaar gevaar. Daarnaast heeft de raadsvrouw bepleit dat de voorwerpen die bij de verdachte zijn aangetroffen niet bestemd zijn voor het teweegbrengen van een ontploffing.
De rechtbank is van oordeel dat de stoffen en voorwerpen die de verdachte voorhanden heeft gehad, als middelen ter voorbereiding van het teweegbrengen van een ontploffing kunnen worden aangemerkt. Pyrotechnische mengsels zijn explosieve mengsels. Bovendien heeft de verdachte verklaard met de stoffen en mengsels vuurwerk te (willen) maken, dit heeft hij ook eerder gedaan en zelf afgestoken. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de verklaring van verdachte genoegzaam dat hij opzet had op het teweegbrengen van een ontploffing, namelijk de ontploffing van het door hem zelf gefabriceerde vuurwerk en het afsteken van professioneel vuurwerk. De rechtbank is ook van oordeel dat de verdachte, ook al had hij niet het plan of de wens om personen of goederen in gevaar te brengen, wel voorwaardelijk opzet had op het gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor anderen dat door die ontploffing te duchten zou zijn. De rechtbank komt tot dit oordeel, gelet op het naar algemene ervaringsregels voorzienbare gevaar van zelfgemaakt vuurwerk en professioneel vuurwerk en neemt mede in aanmerking dat alle pyrotechnische mengsels, chemische stoffen, ontstekers en het vuurwerk in één caravan vlakbij (een) woning(en) opgeslagen lagen. De verdachte had dus (een combinatie van) zeer gevaarlijke (explosieve) stoffen en vuurwerk in de caravan voorhanden, zodat gevaar voor de nabijgelegen woningen en levensgevaar voor de aanwezige personen te duchten is geweest. De verdachte heeft door zijn ernstig gevaarzettend handelen bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat het vuurwerk en de stoffen (onbedoeld) op een willekeurig moment tot ontploffing zouden kunnen komen, met alle mogelijke gevolgen voor de veiligheid van goederen en personen van dien. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de voorbereiding van het opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing en acht het primair ten laste gelegde bewezen.
3.5.
De bewezenverklaring
De rechtbank is van oordeel dat alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend zijn bewezen. De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
1
hij in de periode van 26 juli 2024 tot en met 27 augustus 2024 te
Reeuwijk, gemeente Bodegraven-Reeuwijk, en Zwammerdam, gemeente Alphen
aan den Rijn, ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om:
- een wapen van categorie III, onder 1, van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool, van het merk Glock, Model 17 Gen 5, kaliber 9 mm, en
- meerdere stuks munitie (van kaliber 9 mm, .32 ACP en/of .380 ACP) van categorie III van de Wet wapens en munitie,
voorhanden te krijgen,
- meerdere chatberichten heeft gestuurd over de koop en afname van een wapen (en een geluiddemper) en munitie, en
- met de verkoper via de chatgesprekken afbeeldingen heeft gewisseld van wapens waarin
deverdachte interesse heeft, en
- met de verkoper is overeengekomen een pistool (en een geluiddemper) en munitie te kopen voor een geldbedrag van € 3.850,-, en
- ter overdracht van het wapen en de munitie op 27 augustus 2024 is verschenen op een afspraak met de verkoper en een bundel geld heeft getoond aan de verkoper,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij op 27 augustus 2024 te Zwammerdam, gemeente Alphen aan den Rijn, wapens van categorie III, onder 1, van de Wet wapens en munitie, te weten:
- een pistool, van het merk FNH (CZ), Model 27, kaliber 7,65 mm, en
- een (omgebouwd) (alarm)pistool, van het merk Blow, model TR 17 K, kaliber 9 mm Knall, en
- een gaspistool, van het merk Zoraki, model 917, kaliber 9 mm PAK,
zijnde vuurwapens in de vorm van een pistool,
voorhanden heeft gehad;
3
hij op 27 augustus 2024 te Zwammerdam, gemeente Alphen aan den Rijn, meerdere stuks munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten:
- 9 stuks scherpe patronen van het kaliber 7,65 mm en
- 52 stuks omgebouwde knalpatronen (voorzien van een stalen/loden projectiel) van het kaliber 9 mm Knall en
- 2 stuks gaspatronen (pepperspray) van het kaliber 9mm PAPV en
- 50 stuks knalpatronen van het merk GECO, kaliber 8 mm knal en
- 50 stuks kogelpunten van het kaliber 7.65 mm en
- 50 stuks hulzen van het merk S&B, kaliber 7.65 mm,
voorhanden heeft gehad;
4
hij op 27 augustus 2024 te Reeuwijk, gemeente Bodegraven-Reeuwijk, opzettelijk 75 bankbiljetten van € 50,- waarvan de valsheid hem, toen hij deze ontving bekend was met het oogmerk om deze als echt en onvervalst uit te geven en te doen uitgeven, in voorraad heeft gehad;
5
hij in de periode van 30 september 2022 tot en met 27 augustus 2024 te Zwammerdam, gemeente Alphen aan den Rijn, ter voorbereiding van het misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten het in artikel 157 van het Wetboek van Strafrecht omschreven teweegbrengen van een ontploffing, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor anderen te duchten is, opzettelijk voorwerpen en stoffen, te weten:
(telkens)
- meerdere hoeveelheden pyrotechnische mengsels en losse chemische stoffen en grondstoffen en
- meerdere ontstekers en ontstekingsmechanismen en een hydraulische pers en meerdere buizen en meerdere koffiemolens en
- meerdere vuurpijlen en signaalraketten en enkelschotsbuizen en mortierbommen en caramella’s en flashbangers,
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, voorhanden heeft gehad;
6
hij op 27 augustus 2024 te Zwammerdam, opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- 62 stuks banger(s) / flashbanger(s) (Cobra 6),
- 3 stuks banger(s) / flashbanger(s) (SUPER Cobra 6),
- 6 stuks banger(s) / flashbanger(s) (Caramella 16g),
- 33 stuks mortierbom(men) (Shell),
- 31 stuks vuurpijl(en) (SIGNALRAKETE),
- 19,02 gram enkelschotsbuis (WESTEN THUNDER),
- 0,7 gram enkelschotsbuis (Asian Thunder),
- 17 stuks banger(s) / flashbanger(s) (FP3),
- 100 stuks banger(s) / flashbanger(s) (Fuse cracker 1s Black widow) en
- 120 stuks banger(s) / flashbanger(s) (CRAZY ROBOTS P1)
heeft opgeslagen en voorhanden heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, een ambulante behandeling en het inspannen voor het behouden van betaald werk alsmede inzicht geven in zijn vrijetijdsbesteding.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht om aan de verdachte geen hoge onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen en deze te matigen, gelet op de persoon van de verdachte en zijn omstandigheden.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot aankoop van een vuurwapen met geluidsdemper en munitie, het voorhanden hebben van drie vuurwapens en meerdere stuks munitie, het in voorraad hebben van vals geld met de intentie dit uit te geven en te doen uitgeven, voorbereidingshandelingen van het teweegbrengen van een ontploffing en het voorhanden hebben van professioneel vuurwerk.
De verdachte is een verzamelaar van vuurwapens en munitie, maakt zelf vuurwerk en steekt dit vuurwerk, alsmede ook professioneel vuurwerk, af. De verdachte heeft openheid van zaken gegeven en verklaard dat dit zijn hobby is en dat hij niet de intentie had om iemand kwaad te doen met zijn activiteiten of dat hij criminele doeleinden nastreefde. Dat is ook het beeld dat de rechtbank heeft gekregen.
Dit doet er niet aan af dat de gepleegde feiten ernstig zijn. Deze hebben (potentieel) een zeer gevaarzettend karakter. Enkel omdat de verdachte contact heeft gelegd met een undercoveragent en niet met een wapenleverancier, is het bij een poging tot het aankopen van een wapen en munitie gebleven. De verdachte had echter al drie wapens en meerdere stuks munitie voorhanden. Dit bezit brengt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich. De praktijk wijst immers uit dat het bezit van vuurwapens vaak leidt tot het gebruik daarvan en dit zorgt niet zelden voor levensgevaarlijke situaties. Door feiten als de onderhavige worden gevoelens van onveiligheid in de samenleving vergroot. De verdachte heeft daarnaast gedurende een langere periode voorwerpen en stoffen verzameld waarmee ontploffingen teweeg konden worden gebracht. De verdachte heeft door de aanwezige stoffen en het zelfgemaakte vuurwerk een levensgevaarlijke situatie laten ontstaan en heeft onaanvaardbaar veiligheidsrisico’s genomen. Ook de intentie om vals geld uit te geven en te doen uitgeven is een ernstig feit. Personen moeten er op kunnen vertrouwen dat het geld waarmee men betaalt echt is. Het gebruik van vals geld is schadelijk voor het financiële verkeer in de samenleving.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 24 oktober 2024. Blijkens dit uittreksel is de verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten veroordeeld.
De rechtbank heeft voorts kennisgenomen van de reclasseringsadviezen over de verdachte van 24 september 2024 en 13 november 2024, waaruit volgt dat er aanwijzingen zijn voor een aandachtsstoornis (ADHD) en een disharmonisch intelligentieprofiel waarbij de verdachte op verschillende gebieden meer of minder functioneert. Op het moment is sprake van een laag recidiverisico. De reclassering adviseert om, bij veroordeling van de verdachte, hem op te leggen een (deels) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, ambulante behandeling en het inspannen voor het behouden van betaald werk alsmede inzicht geven in zijn vrijetijdsbesteding.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de strafmodaliteit en strafmaat in aanmerking genomen de strafeis van de officier van justitie en de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting. De rechtbank ziet aanleiding om van de uitgangspunten af te wijken. In dit geval acht de rechtbank strafverlagend dat de verdachte geen criminele doeleinden nastreefde. Ook de proceshouding van de verdachte, inhoudende – dat hij van meet van aan openheid van zaken heeft gegeven en dat hij spijt heeft betuigd, werkt strafverlagend. Ook heeft de rechtbank zijn overige persoonlijke omstandigheden meegewogen. De verdachte werkt fulltime als hovenier in vaste dienst en zal met zijn verloofde gaan samenwonen. Hij lijkt zijn leven op orde te hebben en heeft een ondersteunend netwerk.
De rechtbank heeft dus oog voor de persoon van de verdachte, maar de rechtbank is wel van oordeel dat, gelet op de ernst van de feiten, niet kan worden volstaan met een lichtere of andere sanctie dan een straf die deels onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming van na te melden duur met zich brengt.
Concluderend zal de rechtbank de verdachte veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. De rechtbank zal daaraan de door de reclassering geadviseerde voorwaarden verbinden om te bewerkstelligen dat de kans op recidive laag blijft..

7.De inbeslaggenomen voorwerpen

7.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat het op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen (beslaglijst) onder 1 (3950 euro) genoemde voorwerp zal worden verbeurdverklaard.
7.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft het standpunt ingenomen dat de rechtbank de teruggave van het beslag aan de verdachte moet gelasten.
7.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal het op de beslaglijst onder 1 genoemde voorwerp verbeurdverklaren. Dit voorwerp is voor verbeurdverklaring vatbaar, aangezien het aan de verdachte toebehoort en is bestemd tot het begaan van het onder 1 bewezenverklaarde misdrijf.
Bij de vaststelling van deze bijkomende straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen:
- 14 a, 14b, 14c, 33, 33a, 45, 46, 57, 157, 209 van het Wetboek van Strafrecht;
- 26, 55 van de Wet wapens en munitie;
- 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer;
- 1 a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten;
- 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

9.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
poging tot handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen en munitie van categorie III;
ten aanzien van feit 2:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd en het feit begaan met betrekking tot vuurwapens van categorie III;
ten aanzien van feit 3:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 4:
bankbiljetten waarvan de valsheid hem, toen hij ze ontving, bekend was, met het oogmerk om ze als echt en onvervalst uit te geven of te doen uitgeven, in voorraad hebben;
ten aanzien van feit 5:
voorbereiding van een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan levensgevaar voor een ander en gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
ten aanzien van feit 6:
overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer (artikel 1.2.2 derde lid van het Vuurwerkbesluit), opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
24 (VIERENTWINTIG) MAANDEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot
12 (TWAALF) MAANDEN, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op drie jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich binnen drie werkdagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij GGZ reclassering Fivoor op het adres Perzikweg 1-7 Leiden. De veroordeelde blijft zich gedurende de proeftijd melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- zich laat behandelen door de Ambulante Forensische GGZ De Waag, het Forensisch Ambulant Centrum Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, ook als dit inhoudt met meewerken aan diagnostisch onderzoek. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- zich inspant voor het behouden van betaald werk en inzicht geeft in zijn vrijetijdsbesteding;
geeft opdracht aan Reclassering Fivoor tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
de inbeslaggenomen goederen
verklaart verbeurd het op de beslaglijst onder 1 genoemde voorwerp, te weten: €3.950,-.
Dit vonnis is gewezen door
mr. B.J. van de Griend, voorzitter,
mr. K.C.J. Vriend, rechter,
mr. R. Wieringa, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. F.A.M. Schuijt, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 17 december 2024.