Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , V-nummer: [V-nummer] , eiser (gemachtigde: mr. J.I.T. Sopacua),
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 1 november 2024, wordt het beroep van een Nigeriaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. De eiser, die stelt biseksueel te zijn, had eerder op 7 augustus 2019 een asielaanvraag ingediend, welke op 18 juni 2021 als ongegrond werd afgewezen. Op 19 december 2023 diende hij een herhaalde aanvraag in, die op 16 augustus 2024 door de minister van Asiel en Migratie als kennelijk ongegrond werd afgewezen. De rechtbank behandelt het beroep en hoort de eiser, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de minister op 23 oktober 2024.
De rechtbank concludeert dat de minister de biseksualiteit van de eiser ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht. De minister had de verklaringen van de eiser en de overgelegde documenten onvoldoende gewicht toegekend. De rechtbank stelt vast dat de minister niet voldoende heeft gemotiveerd waarom de verklaringen van de eiser over zijn seksuele gerichtheid niet geloofwaardig zijn. De rechtbank oordeelt dat de minister de aanvraag terecht heeft afgewezen, maar dat de beoordeling van de geloofwaardigheid van de biseksualiteit van de eiser niet in lijn is met de eisen van zorgvuldigheid en objectiviteit.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep van de eiser ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de asielaanvraag in stand blijft. De rechtbank wijst erop dat de minister een vertrektermijn aan de eiser heeft kunnen onthouden en dat er een inreisverbod is uitgevaardigd. De uitspraak is openbaar gemaakt op 1 november 2024.