6.2Bij het bestreden besluit van 8 januari 2024 heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard. De leges zijn niet voldaan, ook niet nadat hij in de gelegenheid is gesteld om dit verzuim te herstellen. Verweerder verwijst hierbij naar vaste rechtspraak van de Afdeling. Ook in bezwaar heeft eiser geen documenten overgelegd waaruit blijkt dat er niet voldaan kan worden aan de legesverplichting. Eiser komt volgens verweerder niet in aanmerking voor een vrijstelling van de betaling van de leges.
Eiser kan volgens verweerder geen gerechtvaardigd beroep kan doen op artikel 8 van het EVRM. Er is volgens verweerder geen sprake van:
- beschermenswaardig familieleven omdat geen van de familieleden rechtmatig verblijf heeft;
- schending van privéleven. Verweerder ontkent niet dat eiser (een deel van) zijn vormende jaren in Nederland heeft verbleven. Eiser is op vijfjarige leeftijd in 2017 Nederland ingereisd, heeft daarna met zijn gezin een periode in Duitsland verbleven en is in 2019 naar Nederland teruggekeerd op zevenjarige leeftijd. Eiser is ten tijde van het besluit 11 jaar en woont – daar gaat verweerder vanuit – vier jaar in Nederland. Verweerder neemt aan dat eiser in die jaren een privéleven heeft opgebouwd. De belangenafweging weegt volgens verweerder echter in het nadeel van eiser uit. Daarbij heeft verweerder in het voordeel betrokken dat eiser:
- hier in Nederland naar school gaat, goed Nederlands spreekt, een deel van zijn vormende jaren/belangrijkste ontwikkeljaren in Nederland heeft verbleven en dat hij deze keuze niet zelf bewust heeft gemaakt. Eiser speelt voetbal en heeft al veel vrienden in Nederland;
- van het gezin eiser de meeste binding met Nederland heeft.
Verweerder heeft daarbij in het nadeel van eiser betrokken dat:
- het belang van de overheid is het maken en handhaven van regels, waaronder het Nederlandse vreemdelingenbeleid. Ook het economische belang weegt zwaar;
- het inherent is aan verblijf van minderjarigen dat zij naar school gaan en dat er, behalve dan familiebanden, ook sociale en culturele banden worden opgebouwd. Dergelijke banden zijn volgens verweerder als gebruikelijk aan te merken en geven op zichzelf geen aanleiding voor strijd met 8 van het EVRM;
- vrienden en sociale groepen belangrijk zijn voor de identiteit van kinderen in de leeftijd van eiser. Terugkeer naar Armenië zou weliswaar niet eenvoudig zijn en vergt een groot aanpassingsvermogen, maar dit betekent niet dat er grote problemen ontstaan in zijn verdere ontwikkeling. Zij gaan als gezin vertrekken. Zijn vader en moeder kunnen eiser steunen en begeleiden bij het krijgen van nieuwe contacten in Armenië;
- er verschillende verblijfsrechtelijke procedures zijn gevoerd, maar alle niet hebben geleid tot rechtmatig verblijf. Dit is eiser niet aangerekend, maar zijn ouders wel. Het privéleven van eiser is echter wel opgebouwd tijdens illegaal verblijf. [eiser] was te jong om hiervan de gevolgen te overzien, maar dat maakt het handelen van de ouders niet anders;
- de ouders mogelijk kunnen profiteren als aan eiser een verblijfsvergunning wordt verleend;
- niet gebleken is dat eiser voor onoverkomelijke obstakels komt te staan bij terugkeer naar Armenië. Hij zal daar zijn school voortzetten en verweerder vindt het aannemelijk dat hij daar de Armeense taal zal leren schrijven en lezen.
Heeft verweerder de asielaanvraag terecht niet in behandeling genomen vanwege de niet betaling van de leges?
7. Eiser voert onder verwijzing naar de herstelverzuimbrief van 23 augustus 2022 aan dat verweerder hem in het bestreden besluit ten onrechte tegenwerpt dat hij de leges moet betalen. In de herstelverzuimbrief staat dat hij is vrijgesteld van het vereiste om leges te voldoen vanwege het feit dat hij op dat moment in bewaring zat.