Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 december 2024 in de zaak tussen
[naam] , v-nummer: [nummer] , eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
De minister heeft deze bevoegdheid nader ingevuld in paragraaf B1/4.1. van de Vc 2000. Daarin staat onder meer: “Op grond van artikel 3.71, derde lid, Vb wijst de IND de aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd niet af wegens het ontbreken van een geldige mvv als dit leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard (de hardheidsclausule).” Verder is opgenomen dat de hardheidsclausule in ieder geval wordt toegepast als aan alle voorwaarden voor verlening van een verblijfsvergunning onder de beperking ‘verblijf als familie-of gezinslid’ wordt voldaan, afgezien van het mvv-vereiste en er sprake is van bijzondere omstandigheden als genoemd in paragraaf B1/4.1 van de Vc 2000. Verder is opgenomen dat de hardheidsclausule niet wordt toegepast als de vreemdeling enkel stelt dat aan alle voorwaarden voor verlening van de verblijfsvergunning voor het gestelde verblijfsdoel wordt voldaan, afgezien van het mvv-vereiste. De hardheidsclausule wordt evenmin toegepast als het beroep op de hardheidsclausule niet is gemotiveerd of met relevante gegevens en bescheiden is onderbouwd.
De minister stelt zich verder ook terecht op het standpunt dat eiser persoonlijk niet voldoet aan de voorwaarden voor toepassing van de hardheidsclausule omdat hij alleen stelt dat hij aan alle voorwaarden voor verblijf bij familie-of gezinslid voldoet, behalve het mvv-vereiste. In de zaak van eiser is verder geen sprake van bijzondere omstandigheden, dit is ter zitting ook niet door de gemachtigde van eiser weersproken. Er is niet gebleken dat het voor eiser onevenredig hard en belastend is om terug te reizen naar Mexico en daar te wachten tot aan hem een mvv wordt verleend zodat hij Nederland (weer) in kan reizen. Ook eisers asielmotief, verklaringen over het opgebouwde familie-en privéleven (met referent) in Nederland en de arbeidsverplichtingen van referent, maken niet dat het voor de minister onevenredig hard is om aan het mvv-vereiste vast te houden. Eisers asielmotieven zijn immers in de asielprocedure beoordeeld en zijn asielaanvraag is bij besluit van 12 mei 2022 afgewezen. Het daartegen ingediende beroep is door deze rechtbank, zittingsplaats Utrecht met de uitspraak van 7 maart 2023 ongegrond verklaard. [4]