ECLI:NL:RBDHA:2023:11282

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 maart 2023
Publicatiedatum
31 juli 2023
Zaaknummer
NL22.11087
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Mexicaanse eiser wegens ongeloofwaardige verklaringen over afpersingen en homoseksuele geaardheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 maart 2023 uitspraak gedaan in de asielprocedure van een Mexicaanse eiser, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag werd afgewezen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat de rechtbank de verklaringen van de eiser over afpersingen door de georganiseerde misdaad en zijn homoseksuele geaardheid ongeloofwaardig achtte. De eiser, geboren in 1989, had verklaard dat hij en zijn familie slachtoffer waren van afpersingen door de georganiseerde misdaad en dat hij bedreigd was na een incident op een seksfeest. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de eiser onvoldoende feitelijke informatie bevatten en dat de verklaringen van derden niet overtuigend waren. De rechtbank had eerder in een andere uitspraak geoordeeld dat de afpersingen en bedreigingen ongeloofwaardig waren, en deze conclusie werd in het huidige beroep herbevestigd. De rechtbank concludeerde dat de eiser niet voldoende had aangetoond dat hij een reëel risico liep bij terugkeer naar Mexico. Het beroep werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 7 maart 2023, en tegen deze uitspraak kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL22.11087
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser V-nummer: [V-nummer] (gemachtigde: mr. T. Bruinsma),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. W. Epema).

Procesverloop

Bij besluit van 12 mei 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op de zitting van 22 december 2022 gepland, maar de behandeling van het beroep aangehouden wegens ziekte van de gemachtigde van eiser. De rechtbank heeft het beroep vervolgens op 9 februari 2023 op zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen A.M. van den Berg- Barrio. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser heeft de Mexicaanse nationaliteit en is geboren op [geboortedatum] 1989. Hij heeft asiel gevraagd om de volgende redenen. Eiser en zijn familie zijn afgeperst door de georganiseerde misdaad. Nadat eiser in 2015 een kiprestaurant had overgenomen dat eerst van zijn vader en daarna van zijn oudste broer was geweest, werd eiser door de georganiseerde misdaad gedwongen om elke maand een geldbedrag aan hen te betalen.
In oktober 2017 kwam eiser terecht op een seksfeest waar mannen aanwezig waren. Op het feest vond een incident plaats ten aanzien van [A] , een politicus die banden heeft met de georganiseerde misdaad. [A] bedreigde vervolgens de overige aanwezigen in de kamer, waaronder eiser. Twee dagen na het incident is eiser achtervolgd op straat en met de dood bedreigd. Deze bedreiging was afkomstig van dezelfde groep als de groep die eiser afperste en hield verband met het incident. Eiser is in maart 2018 naar Canada gegaan, maar ook daar is hij telefonisch bedreigd. In september 2018 is eiser teruggekeerd naar Mexico om het kiprestaurant af te sluiten. In oktober 2018 heeft eiser
Mexico definitief verlaten.
Eiser heeft verder verklaard dat hij homoseksueel is. Hij heeft in Mexico diverse contacten gehad met andere homoseksuelen en een aantal mensen waren op de hoogte van zijn geaardheid, maar hij is niet openlijk uit de kast gekomen voor zijn geaardheid. Bij terugkeer naar Mexico vreest eiser voor de georganiseerde misdaad.
2. Verweerder heeft de asielaanvraag van eiser bij besluit van 15 juli 2021 afgewezen. Verweerder heeft daarbij in het asielrelaas van eiser de volgende relevante elementen onderscheiden:
3. identiteit, nationaliteit en herkomst;
4. afpersing en bedreiging door de georganiseerde misdaad;
5. homoseksuele geaardheid;
6. bedreiging vanwege incident op gay-seksfeest.
Verweerder heeft het standpunt ingenomen dat het element onder (1) geloofwaardig is en de overige elementen niet geloofwaardig.
3. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit 15 juli 2021. Bij uitspraak van 24 maart 2022 heeft deze rechtbank dit beroep gegrond verklaard. De rechtbank heeft daarbij geoordeeld dat verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de afpersingen door de georganiseerde misdaad (element 2) en de bedreiging naar aanleiding van het seksfeest (element 4) ongeloofwaardig zijn. De rechtbank heeft verder geoordeeld dat verweerder niet deugdelijk heeft gemotiveerd waarom de verklaringen van derden en foto’s, die eiser heeft ingebracht ter onderbouwing van zijn homoseksuele geaardheid, niet positief meewegen in de geloofwaardigheidsbeoordeling van eisers gestelde geaardheid. De rechtbank heeft vervolgens het besluit van 15 juli 2021 vernietigd en verweerder opdracht gegeven om opnieuw te beslissen op de asielaanvraag van eiser.
4. Dat heeft verweerder gedaan in het bestreden besluit. Verweerder heeft daarin zijn standpunt gehandhaafd dat de elementen onder (2), (3) en (4) ongeloofwaardig zijn en heeft een aanvullende motivering gegeven voor wat betreft de door eiser ingediende verklaringen van derden en de foto’s.
Afpersingen en bedreigingen door georganiseerde misdaad
5. Eiser voert aan dat verweerder ten onrechte het standpunt heeft ingenomen dat hij vaag en summier heeft verklaard over waarom hij het restaurant heeft overgenomen. Eiser heeft duidelijk verklaard wat zijn afwegingen zijn geweest. Het was een goed restaurant op een goede locatie en verweerder negeert het financiële aspect.
6. De rechtbank oordeelt dat verweerder het standpunt heeft mogen innemen dat eiser met zijn verklaringen onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt waarom hij het restaurant heeft overgenomen. Eiser heeft met deze overname een zeer bewust risico genomen dat ook hij, in navolging van zijn vader en zijn oudste broer, zou worden afgeperst en bedreigd door de georganiseerde misdaad. De verklaring dat eiser het restaurant moest overnemen omdat zijn vader ziek was, heeft verweerder onvoldoende mogen vinden. Voor wat betreft het financiële aspect heeft verweerder het standpunt mogen innemen dat niet valt in te zien dat eiser niet op een andere manier in zijn onderhoud kon voorzien om problemen te voorkomen. Verweerder heeft daarbij mogen betrekken dat eiser hoogopgeleid is en heeft verklaard zich sinds 2010 ook bezig te hebben gehouden met andere werkzaamheden, zoals het organiseren van evenementen.
8. De rechtbank stelt vast dat verweerder aan zijn standpunt dat de afpersingen en bedreigingen door de georganiseerde misdaad ongeloofwaardig zijn geacht, meer argumentatie ten grondslag heeft gelegd, maar dat eiser hierover geen beroepsgronden heeft ingediend. Dit betekent, in samenhang bezien met het oordeel van de rechtbank onder 6, dat de ongeloofwaardigheid van het tweede element in stand blijft.
Homoseksuele geaardheid
9. Eiser voert aan dat onduidelijk is wat zijn partner, [partner] , volgens verweerder nog meer aan feitelijke informatie naar voren had moeten brengen in zijn verklaring en dat het niet fair is om aan eiser tegen te werpen dat de moeder van [partner] het gegeven dat eiser geen contact meer heeft met zijn broers, in haar verklaring op haar manier interpreteert. Dat [partner] en zijn moeder geen objectieve derden zijn, is niet van belang. Verweerder stelt verder dat eiser summier en wisselend heeft verklaard over zijn geaardheid en onder meer over het thema ‘relaties’, maar maakt niet duidelijk wat nu zo ongerijmd, summier en wisselend is dat eiser ondanks de ingediende bewijsstukken niet wordt gevolgd in zijn geaardheid.
10. De rechtbank oordeelt dat verweerder het standpunt heeft mogen innemen dat in de verklaringen voornamelijk teleurstelling en verontwaardiging wordt uitgesproken en dat de verklaringen zeer weinig feitelijke informatie bevatten over de invulling van de relatie tussen eiser en [partner] , bijvoorbeeld over de activiteiten die zij zoal ondernemen samen. Ook heeft verweerder in de beoordeling als één van de aspecten mogen betrekken dat de verklaringen niet afkomstig zijn van objectieve derden en dat de verklaring van de moeder van [partner] niet geheel overeenkomt met eisers verklaring. Verweerder heeft vervolgens het standpunt mogen innemen dat de verklaringen van [partner] en zijn moeder niet maken dat eiser wordt gevolgd in zijn geaardheid, gelet op de verklaringen die eiser zelf over zijn geaardheid heeft afgelegd. Verweerder heeft in het bestreden besluit uitgebreid uiteengezet waarom eiser niet in deze verklaringen wordt gevolgd. Zo vindt verweerder dat eiser vaag, summier en/of inconsistent heeft verklaard over onder meer de ontdekking van zijn geaardheid, de manier waarop hij hieraan in Mexico invulling gaf, zijn relatie met [B] en over de situatie in Mexico voor lhbti. De rechtbank volgt eiser daarom niet in zijn stelling dat niet duidelijk is op welke punten verweerder de verklaringen van eiser onvoldoende
acht. Eiser heeft geen concrete beroepsgronden tegen deze punten naar voren gebracht. Dit betekent dat de ongeloofwaardigheid van het element ‘homoseksuele geaardheid’ in stand blijft. De rechtbank merkt overigens op dat eiser heeft verklaard en ter zitting heeft bevestigd dat zijn geaardheid op zichzelf geen reden is geweest voor vertrek uit Mexico.
Bedreiging naar aanleiding van incident op seksfeest
11. De rechtbank stelt vast dat eiser geen beroepsgronden heeft ingediend ten aanzien van het standpunt van verweerder dat de bedreiging naar aanleiding van het incident op het seksfeest ongeloofwaardig is geacht. Dit leidt ook hier tot de conclusie dat de ongeloofwaardigheid van dit element in stand blijft.
Conclusie
12. Het beroep is ongegrond.
13. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.M. Dijksterhuis, rechter, in aanwezigheid van mr. E. Kersten, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
07 maart 2023

Documentcode: [documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na de dag van bekendmaking.