Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
eisers,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 7 juni 2023;
- de akte na tussenvonnis tevens akte houdende overlegging productie tevens akte wijziging van eis van [eiser 1 c.s.] van 5 juli 2023;
- de antwoordakte na tussenvonnis met overlegging producties van OBWZ van 13 september 2023;
- de akte uitlaten producties inclusief overleggen productie tevens akte houdende wijziging eis van [eiser 1 c.s.] van 4 oktober 2023 (ingediend op 3 oktober 2023);
- het tegen (een deel van) die akte gerichte bezwaar van OBWZ van 3 oktober 2023;
- de rolbeslissing van de rechtbank, vervat in het e-mail bericht aan partijen van 16 oktober 2023, inhoudende de gedeeltelijke weigering van de akte van [eiser 1 c.s.] van 4 oktober 2023.
2.Het geschil
3.De verdere beoordeling
Wat zou in oktober 2015 de marktwaarde zijn geweest van de door [eiser 1 c.s.] gekochte bouwkavel gelegen aan water waarover niet met een gemotoriseerd vaartuig gevaren mag worden?”
vaarwater (dat wil zeggen: water waarover gemotoriseerd gevaren mag worden). Die vergelijking moet betrekking hebben op soortgelijke bouwkavels als die van [eiser 1 c.s.] , die zijn verkocht in dezelfde periode.
vaarwater en voor de helft door andere factoren (zoals de ligging aan water en de grotere afstand tot de weg en tot buren dan bij de andere bouwkavels). Dat betekent dat het (hypothetische) koopprijsverschil tussen de kavel die [eiser 1 c.s.] dacht te kopen en OBWZ dacht te verkopen (te weten: gelegen aan
vaarwater) en het perceel dat hij heeft gekocht en zij heeft verkocht, wordt vastgesteld op (0,5 x 10,8% =) 5,4 %.
vanaf de datum van verzuimtot aan de dag der algehele voldoening” (onderstreping rechtbank). Van verzuim van OBWZ in de nakoming van de koopovereenkomst is geen sprake. De rechtbank begrijpt dit onderdeel van de vordering dan ook zo, dat [eiser 1 c.s.] wettelijke rente vordert over het in dit vonnis toe te wijzen bedrag, vanaf het moment dat dat bedrag opeisbaar is. Dat is, gelet op de constitutieve beslissing tot wijziging van de koopovereenkomst, de datum van dit eindvonnis. [3] De rechtbank zal de wettelijke rente dan ook toewijzen met ingang van de datum van dit vonnis.
gemotoriseerdmag varen over de watergang en de [naam water] . Wat daar ook van zij, vooropgesteld moet worden dat - zoals OBWZ ook heeft aangevoerd - het slagen van het beroep op dwaling niet betekent dat OBWZ jegens [eiser 1 c.s.] schadeplichtig is. Om aanspraak te kunnen maken op schadevergoeding naast vernietiging - dan wel naast wijziging van een vernietigbare rechtshandeling - moet immers een afzonderlijke grondslag bestaan. De rechtbank heeft in het tussenvonnis (deelvonnis) geoordeeld dat van non-conformiteit geen sprake is. [eiser 1 c.s.] heeft niet gesteld dat anderszins sprake zou zijn van wanprestatie door OBWZ of van onrechtmatig handelen. Nu het in deze zaak gaat om wederzijdse dwaling die niet te wijten is aan een onjuiste mededeling aan de zijde van OBWZ, is er geen grond voor toewijzing van de hier bedoelde kosten. Deze kosten voor de aanleg en verwijdering van de insteekhaven zouden immers ook niet aan [eiser 1 c.s.] vergoed worden bij vernietiging van de koopovereenkomst wegens wederzijdse dwaling.