2.1In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) Partijen hebben een intentieovereenkomst gesloten die ertoe strekte dat Maetis de door [verweersters] gehouden aandelen in twee vennootschappen, AGW en [A], zou kopen. Deze intentieovereenkomst houdt onder meer in:
“Artikel 3 Transactie en Koopovereenkomst
3.1
Koper heeft een indicatie van de koopprijs van de Aandelen (...) gedaan welke EUR 3.200.000 (...) bedraagt. De Koopprijs voor alle geplaatste en gestorte aandelen in het kapitaal van de Vennootschappen wordt na het Due Diligence Onderzoek (...) tussen Partijen definitief overeengekomen.
3.2
De Koopprijs is tot stand gekomen op basis van de volgende aannames, uitgangspunten en voorbehouden:
a. Een factor 5,47 maal EUR 585.000 verwachte EBIT (Earnings Before Interest and Tax) 2008. Deze koopprijs gaat er van uit dat deze EBIT sustainable is. Dit zal onderdeel uitmaken van het Due Diligence Onderzoek (...).
(...)”
(ii) Vooruitlopend op de totstandkoming van de beoogde overeenkomst hebben [verweersters] op 12 november 2008 in het kader van het due diligence onderzoek aan Maetis opgave gedaan van hun klanten die hun lopende contract met [verweersters] onvoorwaardelijk hadden opgezegd. Dit betrof 51 klanten, die over 2007 voor [verweersters] een omzet van € 367.088,-- en over het eerste halfjaar van 2008 een omzet van € 197.774,-- vertegenwoordigden.
(iii) Partijen hebben de beoogde koopovereenkomst vervolgens gesloten en de schriftelijke vastlegging ervan op 19 december 2008 getekend. Deze overeenkomst (hierna: de koopovereenkomst), luidt onder meer als volgt:
“5. DE KOOPPRIJS
5.1
Partijen zijn overeengekomen dat de door Koper aan de Verkopers te betalen koopprijs voor de Aandelen (hierna te noemen: de “Koopprijs”) is samengesteld als beschreven in artikel 5.2 (…);
5.2
Een bedrag ter hoogte van het bedrijfsresultaat voor rente en vennootschapsbelasting (hierna: de “EBIT”) van [A] (…) en AGW gezamenlijk over het boekjaar 2008 vermenigvuldigd met de factor 5,47.
(…)
5.4
De Koopprijs zal door de Koper worden voldaan overeenkomstig Artikel 6 hierna.
6. BETALING
6.1
De Koopprijs zal onder de hierna volgende voorwaarden en op de hierna volgende wijze worden voldaan:
a) Een bedrag ter hoogte van EUR 2,5 miljoen (...) wordt uiterlijk één dag voor de Transactiedatum door Koper gestort op de derdengeldenrekening van de Notaris (...)
b) Zo spoedig mogelijk na afloop van het boekjaar 2008 zal door de accountant van de Vennootschappen de jaarrekeningen van [A] (…) en AGW van 2008 worden opgesteld en zal een verklaring worden gegeven. Zodra de jaarrekeningen zijn opgesteld en gecontroleerd, dan zal deze aan Verkopers worden voorgelegd. Verkopers zullen inzicht krijgen in de daarbij behorende administratie. Op basis van voornoemde jaarrekeningen zal de EBIT over 2008 van respectievelijk [A] (…) en AGW worden vastgesteld. Na vaststelling van de betreffende jaarrekeningen, op de afgesproken datum van 15 april 2009, zal het restant van de Koopprijs, te weten EBIT 2008 van [A] (…) en AGW gezamenlijk, vermenigvuldigd met 5,47, (…) en vervolgens verminderd met EUR 2,5 miljoen, door Koper aan Verkopers worden voldaan, dan wel, bij een negatief bedrag, door Verkopers aan Koper worden voldaan. (...)”
(iv) De levering van de aandelen in [A] en AGW heeft op 31 december 2008 plaatsgevonden, waarbij Maetis de overeengekomen betaling van € 2,5 miljoen heeft voldaan.
(v) Omstreeks april 2009 heeft de vaste accountant van AGW en [A] de jaarrekeningen van AGW en [A] over 2008 opgemaakt. Het resultaat van [A] is onder meer gebaseerd op het uitgangspunt dat zij in 2008 een deel van haar omzet, ten minste groot € 42.597,64, heeft behaald uit het contract met haar afnemer Osira Groep B.V. (hierna: Osira).
(vi) Na deponering van de jaarrekening van [A] over 2008 heeft Maetis zich jegens [verweersters] op het standpunt gesteld dat de EBIT van [A] over 2008 nog met € 42.597,64 moet worden verlaagd tot (afgerond) € 399.000,--. Deze verlaging hangt samen met een door [A] per 1 april 2008 met Osira afgesloten nieuw contract, terwijl (aldus Maetis in haar berichtgeving in juni 2009 op dit punt aan [verweersters]) nadien nog een tijdlang met Osira is afgerekend op basis van het voor Osira ongunstigere, oude contract. Op die grond heeft Osira het te veel betaalde van [A] teruggevorderd. Hieraan heeft [A] in de loop van 2009 voldaan. Maetis heeft voorts aan [verweersters] bericht dat voor de desbetreffende vordering van Osira, die in 2008 voorzienbaar was, over dat jaar een voorziening van gelijke omvang had moeten worden opgenomen in de jaarcijfers van [A]. Die voorziening zou tot de hiervoor genoemde EBIT-verlaging hebben geleid.
(vii) Op 12 maart 2009 heeft Maetis aan [verweersters] een lijst verstrekt van – ten opzichte van de hiervoor onder (ii) vermelde opgave – aanvullende opzeggingen van klanten van AGW en [A], die reeds ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst waren gedaan.
(viii) Op 6 juli 2009 heeft Maetis [verweersters] schriftelijk bericht dat zij over het aantal daadwerkelijk gedane opzeggingen heeft gedwaald en dat [verweersters] in verband met die opzeggingen toerekenbaar zijn tekortgeschoten in de nakoming van hun verbintenissen uit de koopovereenkomst.