Uitspraak
[eiser] , eiser
voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor het wijzigen van het doel van zijn verblijfsvergunning. Eiser, een Turkse nationaliteit houder, had een aanvraag ingediend om zijn verblijfsvergunning te wijzigen naar de beperking 'arbeid in loondienst' op basis van het verdrag tussen de Europese Unie en Turkije. De aanvraag werd afgewezen door de minister van Asiel en Migratie, omdat eiser niet voldeed aan de voorwaarden van Besluit 1/80, specifiek dat hij niet één jaar ononderbroken bij dezelfde werkgever had gewerkt. De rechtbank heeft het beroep op 26 september 2024 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren. De rechtbank concludeert dat eiser niet voldoet aan de vereisten van artikel 6 van Besluit 1/80, omdat hij 15 dagen minder heeft gewerkt dan vereist. Eiser voerde aan dat zijn belangen onvoldoende waren meegewogen, maar de rechtbank oordeelt dat de belangenafweging door verweerder voldoende gemotiveerd was. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk, omdat er inmiddels uitspraak is gedaan in het beroep. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.