Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] , eiseres,
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris,
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar asielaanvraag.
Beoordeling door de rechtbank
Eiseres stelt zich op het standpunt dat de beslistermijn niet rechtsgeldig is verlengd. De staatssecretaris mocht die verlenging niet baseren op artikel 42, vierde lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000), omdat niet is gebleken van (1) een groot aantal asielzoekers dat (2) tegelijk om internationale bescherming heeft verzocht. Door de huidige situatie aan te merken als een situatie, die verlenging van de beslistermijn rechtvaardigt, rekt de staatssecretaris deze bepaling te veel op, hetgeen strijdig is met artikel 31, derde lid van de Procedurerichtlijn (Pri). Het beroep is daarom volgens eiseres ontvankelijk en gegrond. Eiseres verzoekt de rechtbank om de staatssecretaris op te dragen zo spoedig mogelijk, dan wel uiterlijk binnen veertien dagen na de uitspraak alsnog een besluit te nemen op straffe van een dwangsom.
De staatssecretaris stelt zich op het standpunt dat de beslistermijn op het moment van de ingebrekestelling nog niet was verstreken. De wettelijke beslistermijn van zes maanden zou in de situatie van eiseres verstrijken op 24 juli 2023, gerekend vanaf het moment waarop zij tot de nationale procedure is toegelaten. Maar door de inwerkingtreding van het Wijzigingsbesluit Vreemdelingencirculaire (WBV) 2023/3 [1] met ingang van 1 januari 2023 is die beslistermijn met negen maanden verlengd. Hierdoor zal de beslistermijn pas verstrijken op 24 april 2024. De ingebrekestelling is daarom te vroeg ingediend. Dat betekent volgens de staatssecretaris dat het beroep niet-ontvankelijk is.
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of de beslistermijn op het moment van de ingebrekestelling van 25 juli 2023 reeds was verstreken en of gelet daarop het ingediende beroep ontvankelijk is.