4.3.De minister heeft aan eiseres op 16 oktober 2014 uitstel van vertrek verleend voor de duur van opname in het ziekenhuis. Op 2 januari 2015 heeft eiseres opnieuw uitstel van vertrek aangevraagd vanwege haar medische situatie. De minister heeft deze aanvraag afgewezen.
5. Op 27 februari 2020 hebben eisers de onderhavige aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning met als doel verblijf bij hun meerderjarige zoon [naam] en meerderjarige dochter [naam] (referenten). De zoon is in het bezit van een geldige Nederlandse verblijfsvergunning en de dochter heeft de Nederlandse nationaliteit.
6. In het primaire besluit heeft de minister de aanvraag afgewezen, omdat eisers niet beschikken over een geldige mvven niet in aanmerking komen voor vrijstelling van dit vereiste. Volgens de minister is uitzetting van eisers niet in strijd met artikel 8 van het EVRM, omdat tussen eisers en referenten en eisers en hun kleinkind geen sprake is van beschermenswaardig familieleven als bedoeld in artikel 8 van het EVRM en eisers evenmin op grond van hun privéleven verblijf in Nederland moet worden toegestaan.
7. Eisers hebben bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit.
8. Op 30 juli 2021 heeft de minister aan eiser uitstel van vertrek verleend voor de duur van de opname in het ziekenhuis, met een maximum van een half jaar.
9. Op 16 november 2021 heeft de minister eisers en referenten gehoord. Tijdens de hoorzitting heeft de gemachtigde van eisers verklaard dat het bezwaar zich ook richt tegen het niet ambtshalve verlenen van uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vw.De gemachtigde heeft daarbij aangegeven dat zij haar best zal doen om een update van medische stukken te overleggen.
10. Op 10 januari 2022 heeft het BMAde minister laten weten dat hij geen advies kan uitbrengen, omdat de voorwaarden op de toestemmingsverklaring niet leesbaar zijn.
11. De minister heeft de gemachtigde van eisers op 26 mei 2023 een brief gestuurd, omdat zij telefonisch niet bereikbaar was. De minister heeft in deze brief verzocht om medische gegevens te verstrekken voor het opvragen van een BMA-advies en heeft laten weten dat hij eisers uitnodigt voor een aanvullende hoorzitting. De minister heeft de gemachtigde verzocht om te laten weten of zij de hoorzitting via een videoverbinding of fysiek bij de IND wil laten plaatsvinden.
12. In het bestreden besluit heeft de minister het bezwaar van eisers ongegrond verklaard. De minister vindt dat tussen eisers en referenten geen rechtens te beschermen familie- of gezinsleven in de zin van artikel 8 van het EVRM bestaat. Volgens de minister is er geen sprake van een meer dan gebruikelijke afhankelijkheid. De minister is verder van mening dat eisers niet hebben aangetoond dat tussen hen en hun kleinkind hechte persoonlijke banden bestaan zoals in dit verband zijn vereist. De minister heeft vervolgens een belangenafweging gemaakt tussen de belangen van eisers om in Nederland te mogen verblijven en het belang van de Nederlandse overheid. Deze belangenafweging is in het nadeel van eisers uitgevallen. De minister vindt verder dat eisers weliswaar privéleven in de zin van artikel 8 van het EVRM hebben in Nederland, maar dat terugkeer naar het land van herkomst geen schending van dat privéleven oplevert. De minister heeft in het bestreden besluit verder overwogen dat niet is gebleken van bijzondere en individuele omstandigheden die zouden moeten leiden tot toepassing van de hardheidsclausule. Tot slot heeft de minister ambtshalve geoordeeld dat eisers niet in aanmerking komen voor het verblijfsdoel medische behandeling of tijdelijke humanitaire gronden. De minister ziet evenmin aanleiding om aan eisers uitstel van vertrek te verlenen op grond van hun medische situatie.
13. De minister heeft de rechtbank op 23 september 2023 verzocht om de behandeling van het beroep van eisers aan te houden, omdat eisers alsnog medische stukken hebben ingebracht. De minister heeft naar aanleiding van deze stukken het BMA verzocht om een advies uit te brengen.
14. Op 1 februari 2024 heeft het BMA advies uitgebracht over de medische situatie van eiseres. Uit dit advies blijkt dat eiseres artrose in haar knieën heeft, dat zij lijdt aan suikerziekte, en een hoge bloeddruk en een verstoord vetspectrum heeft. Eiseres staat onder behandeling van de huisarts en een cardioloog en zij krijgt medicatie. Het BMA verwacht bij het uitblijven van behandeling een medische noodsituatie binnen de indicatieve termijn van drie tot zes maanden. Behandeling en medicatie voor de medische klachten van eiseres is volgens het BMA aanwezig in Azerbeidzjan.
15. Op 16 april 2024 heeft het BMA advies uitgebracht over de medische situatie van eiser. Uit dit advies blijkt dat eiser lijdt aan suikerziekte, verhoogde oogdruk, extreem overgewicht met hypoventilatie, aangezichtspijn, boezemfibrilleren met een snelle kamerfrequentie, bloedarmoede en PTSS. Eiser staat onder behandeling van een oogarts, longarts, cardioloog en huisarts en krijgt medicatie. Verder krijgt eiser in de nacht zuurstof toegediend. Voor het welslagen van de medische behandeling is volgens het BMA mantelzorg noodzakelijk. Bij het uitblijven van de medische behandeling verwacht het BMA een medische noodsituatie binnen de indicatieve termijn van drie tot zes maanden. De medische behandeling en medicatie die eiser nodig heeft is volgens het BMA aanwezig in Azerbeidzjan. Volgens het BMA kan eiser alleen reizen als een fysieke overdracht aan een behandelaar ter plaatse is geregeld en is tijdens de reis begeleiding nodig van een psychiatrisch verpleegkundige.