Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 november 2024 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, wiens nationaliteit onbekend is, een asielaanvraag had ingediend in Nederland op 7 mei 2024. De minister van Asiel en Migratie heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Kroatië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij werd bijgestaan door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting op 21 november 2024 heeft eiser zijn bezwaren tegen het bestreden besluit toegelicht, onder andere door te wijzen op het risico van pushbacks in Kroatië, ondersteund door rapporten van de NGO No Name Kitchen.
De rechtbank heeft overwogen dat, hoewel eiser zijn zorgen over de behandeling in Kroatië heeft geuit, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in eerdere uitspraken heeft geoordeeld dat er van het interstatelijk vertrouwensbeginsel mag worden uitgegaan. Dit betekent dat de Kroatische autoriteiten geacht worden Dublinclaimanten niet in strijd met de mensenrechten te behandelen. Eiser heeft niet voldoende bewijs geleverd dat hij als Dublinclaimant een reëel risico loopt op pushbacks of andere schendingen van zijn rechten. De rechtbank concludeert dat de minister terecht heeft besloten de asielaanvraag niet in behandeling te nemen, en verklaart het beroep ongegrond.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de relatie van eiser met zijn neefje in Nederland niet voldoende is om een uitzondering te maken op de Dublinverordening. De wens van eiser om bij zijn neefje te verblijven is begrijpelijk, maar de rechtbank oordeelt dat dit geen bijzondere omstandigheden zijn die de overdracht aan Kroatië onredelijk maken. De rechtbank heeft daarom geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de zaak afgesloten met de verklaring dat het beroep ongegrond is.