Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 26 november 2024 in de zaak tussen
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder
[bedrijfsnaam 1] B.V.(vergunninghoudster)
Rechtbank Den Haag
Op 26 november 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak over de verlening van een omgevingsvergunning voor de bouw van 11 appartementen op een perceel in Den Haag. De vergunning was verleend door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag op 25 mei 2022, waarbij werd afgeweken van de beheersverordening. Eisers, bestaande uit 17 omwonenden, hebben beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij zij onder andere aanvoerden dat er onvoldoende gelegenheid was voor inspraak en dat het bouwplan niet voldeed aan redelijke eisen van welstand. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag om omgevingsvergunning vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet was ingediend, waardoor de oude wetgeving van toepassing bleef. De rechtbank oordeelde dat de procedure voor het verlenen van de vergunning correct was doorlopen en dat de welstandscommissie op zorgvuldige wijze had geadviseerd. De rechtbank concludeerde dat de belangen van de eisers niet zwaarder wogen dan de belangen van de vergunninghoudster en dat de verleende vergunning in stand bleef. De rechtbank verklaarde het beroep van eisers ongegrond en wees hun verzoek om proceskostenvergoeding af.