ECLI:NL:RBDHA:2024:19299
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot verwijdering van strafrechtelijke gegevens uit de Justitiële Documentatie door de minister van Justitie en Veiligheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 26 september 2024, in de zaak tussen eiseres en de minister van Justitie en Veiligheid, werd het beroep van eiseres ongegrond verklaard. Eiseres, geboren in België, had verzocht om verwijdering van haar strafrechtelijke gegevens uit de Justitiële Documentatie (JD) na een veroordeling voor winkeldiefstal op 11 november 2019. De minister had dit verzoek afgewezen, met de argumentatie dat er geen bijzondere persoonlijke omstandigheden waren die deze verwijdering rechtvaardigden. Eiseres stelde dat de registratie haar carrièremogelijkheden in de financiële sector belemmerde, maar de rechtbank oordeelde dat de minister in redelijkheid kon concluderen dat de registratie niet onevenredig bezwarend was. De rechtbank benadrukte dat de verwerking van justitiële gegevens noodzakelijk is voor een goede strafrechtspleging en dat de belangen van eiseres niet zwaarder wogen dan het belang van het behoud van een volledig historisch overzicht van strafrechtelijke gegevens. De rechtbank concludeerde dat er geen noodzaak was voor afscherming van de gegevens, en dat de minister de registratie in de JD niet hoefde te verwijderen. Het beroep van eiseres werd derhalve ongegrond verklaard, en zij kreeg geen griffierecht of proceskostenvergoeding terug.