ECLI:NL:RBDHA:2024:19071
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een asielverzoek in het kader van de Dublinverordening met betrekking tot Kroatië
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De minister van Asiel en Migratie heeft de aanvraag op 17 oktober 2024 niet in behandeling genomen, omdat Kroatië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft op 6 april 2024 asiel aangevraagd in Nederland, maar uit Eurodac blijkt dat hij eerder op 23 maart 2024 asiel heeft aangevraagd in Kroatië. De rechtbank heeft het beroep op 12 november 2024 behandeld, waarbij de gemachtigde van de minister aanwezig was, maar eiser en zijn gemachtigde zich afmeldden.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het niet in behandeling nemen van de aanvraag door de minister in stand blijft. De rechtbank stelt vast dat de minister zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat hij kan uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Kroatië. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij bij overdracht aan Kroatië een reëel risico loopt op een behandeling die in strijd is met artikel 3 van het EVRM of artikel 4 van het EU Handvest. De rechtbank wijst erop dat de Europese Unie gezamenlijke regelgeving heeft over asielaanvragen en dat de minister in beginsel mag uitgaan van het vermoeden dat lidstaten hun internationale verplichtingen nakomen.
Eiser heeft verschillende argumenten aangevoerd tegen de beslissing van de minister, waaronder de slechte situatie voor asielzoekers in Kroatië. De rechtbank oordeelt echter dat de minister voldoende gemotiveerd is ingegaan op deze argumenten en dat eiser niet met concrete informatie heeft aangetoond dat er structurele tekortkomingen zijn in het asiel- en opvangsysteem in Kroatië. De rechtbank concludeert dat de minister de asielaanvraag van eiser niet in behandeling hoeft te nemen en dat de overdracht aan Kroatië rechtmatig is.