Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 18 november 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voortduren van de maatregel van bewaring van een Algerijnse eiser. De maatregel was opgelegd op 21 juni 2024 op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en het onderzoek gesloten op 12 november 2024.
Eiser, geboren in 2001, stelt dat er geen zicht is op uitzetting naar Algerije, omdat er geen reactie is gekomen van de Algerijnse autoriteiten op een verzoek om een laissez-passer. Hij betwist dat er binnen een redelijke termijn een reëel zicht op uitzetting is. De rechtbank overweegt dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en dat de huidige beoordeling zich richt op de rechtmatigheid van de maatregel vanaf het sluiten van het onderzoek in het laatste beroep op 24 september 2024.
De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is om te oordelen dat er geen zicht op uitzetting is. De omstandigheid dat er nog geen reactie is ontvangen van de Algerijnse ambassade leidt niet tot de conclusie dat er geen presentatie zal worden gepland. Bovendien heeft eiser nagelaten om zijn medewerking te verlenen door zijn Algerijnse paspoort niet te overleggen. De rechtbank oordeelt dat de gronden voor de maatregel van bewaring nog steeds van toepassing zijn en dat er geen feiten zijn die aanleiding geven om de belangen van eiser zwaarder te laten wegen dan de belangen van de staat.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.