ECLI:NL:RBDHA:2024:18964
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vestiging van een definitief voorkeursrecht op agrarische percelen in de Zuidplaspolder
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 19 november 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Fa. [eiser 1] en [eiser 2] en de raad van de gemeente Zuidplas over de vestiging van een voorkeursrecht op agrarische percelen. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van de raad van 19 mei 2021, waarin het voorkeursrecht definitief werd vastgesteld op percelen in de Zuidplaspolder. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) van toepassing is, aangezien de Omgevingswet pas op 1 januari 2024 in werking is getreden. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, waaronder de onzorgvuldigheid van de procedure en de financiële haalbaarheid van de plannen, verworpen. De rechtbank oordeelt dat de raad voldoende redenen heeft om het voorkeursrecht te vestigen, en dat de belangen van de gemeente bij grondverwerving zwaarder wegen dan de bezwaren van eiser. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de verzoeken om griffierecht en proceskostenvergoeding af.