Uitspraak
Internationale kinderontvoering
Beschikking op het op 26 juli 2024 ingekomen verzoek van:
[de vader] ,
[de moeder] ,
Procedure
- het verzoekschrift, met bijlagen;
- het F9-formulier van 6 augustus van de vader;
- het F9-formulier van 27 augustus 2024 van de vader, met bijlage;
- het F9-formulier van 14 oktober 2024 van de vader, met bijlagen;
- het verweerschrift met zelfstandig verzoek, ingekomen op 16 oktober 2024.
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat en vergezeld door de tolk (Engels) A.F.D. van den Broek;
- de moeder (via videoverbinding), bijgestaan door haar advocaat;
- [naam] namens de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad).
Feiten
- Partijen zijn met elkaar gehuwd op [trouwdatum] 2017 te [plaats] , India.
- Zij zijn de ouders van de minderjarige [minderjarige] ( [minderjarige] ), geboren op [geboortedatum] 2019 te [geboorteplaats] .
- Partijen oefenen het gezamenlijk gezag over [minderjarige] uit.
- Op 4 september 2023 heeft de moeder met [minderjarige] de woning van partijen te Amsterdam verlaten en is zij met [minderjarige] en haar Indiase paspoort naar India vertrokken.
- Blijkens de Basisregistratie Personen heeft de vader de Nederlandse nationaliteit, heeft de moeder de Indiase nationaliteit en heeft [minderjarige] de Nederlandse nationaliteit.
- Bij Koninklijk Besluit van 25 augustus 2023, nummer KB 2023001722, hebben de vader en de minderjarige de Nederlandse nationaliteit verkregen.
- De vader heeft zich op 18 juli 2024 gewend tot de Nederlandse Centrale Autoriteit (CA). De zaak is bij de CA geregistreerd onder IKO nr. 240079.
Verzoek en verweer
- de onmiddellijke terugkeer te gelasten van [minderjarige] naar haar gewone verblijfplaats [adres] ( [postcode] ) [plaatsnaam] , althans Nederland, met onmiddellijke ingang althans uiterlijk op een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum en wijze, waarbij de moeder [minderjarige] dient terug te brengen naar Nederland;
- te bevelen, voor het geval de moeder nalaat [minderjarige] binnen de door de rechtbank te stellen termijn terug te laten keren naar Nederland, dat de moeder de minderjarige, het paspoort en de overige benodigde geldige reisdocumenten van de minderjarige aan de vader zal afgeven, onmiddellijk, althans op een door de rechtbank te bepalen datum en wijze, opdat de vader [minderjarige] zelf mee terug kan nemen naar Nederland;
- de moeder te veroordelen tot betaling van een nog te specificeren bedrag aan de vader ter zake van de gemaakte (proces)kosten die de vader in verband met de ontvoering en het verzoek tot teruggeleiding heeft gemaakt en nog dient te maken;
- te bepalen dat de verzoeken van de vader niet-ontvankelijk zijn, dan wel dienen te worden verwezen naar de Rechtbank Amsterdam, administratie familie op de grond dat in feite sprake is van een verzoek voorlopige voorzieningen, dan wel een gezagsgeschil;
- de verzoeken van de vader tot teruggeleiding van [minderjarige] af te wijzen;
- bij wijze van voorlopige voorzieningen te bepalen dat de vader het mogelijk maakt dat de moeder en [minderjarige] een ‘safe landing’ krijgen, door een terugkeer in financiële en materiële zin mogelijk te maken;