In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de door verweerder geregistreerde geboortedatum. Eiser heeft op 19 juli 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend en daarbij [geboortedag] 2007 als geboortedatum opgegeven. Verweerder heeft met het bestreden besluit van 24 april 2024 deze aanvraag in de verlengde procedure ingewilligd met de geboortedatum van 19 mei 2004. De rechtbank heeft het beroep op 8 augustus 2024 op zitting behandeld, waarbij de gemachtigde van verweerder aanwezig was, maar eiser en zijn gemachtigde niet ter zitting verschenen.
Verweerder heeft het relevante element van eisers illegale uitreis uit Eritrea geloofwaardig gevonden, maar twijfelt aan de geboortedatum die eiser in Nederland heeft opgegeven. Eiser heeft niet aannemelijk kunnen maken dat de door Italië geregistreerde geboortedatum niet klopt. De rechtbank stelt vast dat de Afdeling op 9 oktober 2024 uitspraak heeft gedaan over de toepassing van het interstatelijk vertrouwensbeginsel bij de beoordeling van de leeftijd van de vreemdeling. Deze uitspraak is gedaan na de zitting, waardoor partijen zich hier niet over hebben kunnen uitlaten. De rechtbank oordeelt dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom van de door eiser in Italië opgegeven geboortedatum moet worden uitgegaan.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit van 24 april 2024 en draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met deze uitspraak. Eiser krijgt een vergoeding van zijn proceskosten van € 875,-.