ECLI:NL:RBDHA:2024:18213
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om schadevergoeding vanwege onrechtmatig besluit inzake inschrijving in de Basisregistratie Personen
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 23 oktober 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om schadevergoeding van een verzoeker met Bengaalse nationaliteit. Verzoeker had een verzoek ingediend voor inschrijving in de Basisregistratie Personen (Brp) bij de gemeente Zoetermeer, dat op 1 augustus 2023 werd afgewezen omdat niet kon worden vastgesteld dat hij verblijfsrecht had op grond van de Richtlijn tijdelijke bescherming. Na bezwaar en nieuwe informatie werd verzoeker op 29 augustus 2023 alsnog ingeschreven in de Brp, met terugwerkende kracht per 21 april 2023. Verzoeker stelde schade te hebben geleden door de afwijzing van zijn verzoek en vroeg om schadevergoeding. De rechtbank oordeelde dat verzoeker onvoldoende had onderbouwd dat hij schade had geleden als gevolg van het onrechtmatige besluit van 1 augustus 2023. De rechtbank wees het verzoek om schadevergoeding af, omdat verzoeker niet had aangetoond dat hij inkomsten had misgelopen of dat hij daadwerkelijk kosten had gemaakt voor reiskosten. Ook de immateriële schade werd niet onderbouwd. De rechtbank concludeerde dat de bewijslast voor de schade bij verzoeker lag en dat hij hier niet in was geslaagd. De rechtbank wees het verzoek om schadevergoeding af en stelde dat verzoeker geen recht had op terugbetaling van griffierechten of vergoeding van proceskosten.