ECLI:NL:RBDHA:2024:17930

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 oktober 2024
Publicatiedatum
4 november 2024
Zaaknummer
NL24.20136
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van asielberoep wegens niet tijdig nemen van besluit

In deze zaak heeft eiseres op 9 mei 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar asielaanvraag, die op 10 juli 2022 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft de zaak behandeld en uitspraak gedaan op 28 oktober 2024. De rechtbank oordeelt dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld kan worden met een besluit, zoals bepaald in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiseres heeft een ingebrekestelling ingediend op 4 maart 2024, maar de rechtbank concludeert dat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. De beslistermijn voor de asielaanvraag van eiseres begon op 23 februari 2023, na het verstrijken van de uiterste overdrachtstermijn volgens de Dublinverordening. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door de inwerkingtreding van de WBV 2022/22 was verlengd, waardoor deze pas op 23 mei 2024 eindigde. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de maximale beslistermijn van 21 maanden na indiening van de asielaanvraag niet mocht worden overschreden, wat resulteerde in een eerdere einddatum van 10 april 2024. Aangezien de ingebrekestelling van eiseres plaatsvond voordat de beslistermijn was verstreken, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.20136

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres,

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. J. van Veelen-de Hoop),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Inleiding

Eiseres heeft op 9 mei 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar asielaanvraag van 10 juli 2022.
De rechtbank doet uitspraak buiten zitting op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Beoordeling door de rechtbank

1. Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb wordt voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep het niet tijdig nemen van een besluit met een besluit gelijkgesteld. In artikel 6:12, tweede lid, van de Awb is bepaald dat het beroepschrift kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is om op tijd een besluit te nemen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen.
2. Verweerder heeft onderzocht of de asielaanvraag van eiseres niet in behandeling moet worden genomen omdat een andere lidstaat van de Europese Unie daarvoor verantwoordelijk is zoals bedoeld in de Verordening (EU) Nr. 604/2103 (Dublinverordening). Artikel 42, zesde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) bepaalt dat de beslistermijn in dergelijke gevallen aanvangt op het moment waarop is komen vast te staan dat Nederland verantwoordelijk is of zal worden voor de behandeling van de asielaanvraag. Dat moment is in ieder geval aangebroken wanneer de in de Dublinverordening neergelegde uiterste overdrachtstermijn is verstreken. Dat moment kan zich echter ook eerder voordoen, bijvoorbeeld als verweerder zelf eerder besluit om de asielaanvraag aan zich te trekken of als door feiten en omstandigheden blijkt dat de verantwoordelijkheid vanaf een bepaald moment aan Nederland behoort of zal gaan behoren.
3. In het geval van eiseres is per 23 februari 2023 de uiterste overdrachtstermijn verstreken. Op die datum waren er namelijk zes maanden verstreken na het claimakkoord van Polen. De rechtbank verwijst hierbij naar artikel 29 van de Dublinverordening.
4. Op grond van artikel 42, eerste lid, van de Vw moet er binnen zes maanden op een asielaanvraag worden beslist. Gelet op wat hierboven is overwogen, vangt deze beslistermijn in het geval van eiseres aan op 23 februari 2023. De beslistermijn zou daarom op 23 augustus 2023 eindigen. Verweerder heeft met de inwerkingtreding van de WBV 2022/22 [1] de beslistermijn met ingang van 27 september 2022 verlengd met negen maanden, waardoor deze voor eiseres pas op 23 mei 2024 is geëindigd. Deze rechtbank en zittingsplaats heeft in haar uitspraken van 21 maart 2023 [2] geoordeeld dat verweerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat op het moment van de inwerkingtreding van de WBV 2022/22 sprake was van een situatie, zoals bedoeld in artikel 42, vierde lid, aanhef en onder b, van de Vw. [3] De rechtbank ziet geen reden om in deze zaak van dit oordeel af te wijken. Deze verlenging is daarom rechtsgeldig. Op grond van artikel 35, vijfde lid, van de Procedurerichtlijn [4] mag de maximale termijn van 21 maanden na indiening van de asielaanvraag niet worden overschreden. De maximale beslistermijn eindigt daarom eerder, namelijk op 10 april 2024. Dat betekent dat op het moment van de ingebrekestelling van 4 maart 2024 de beslistermijn nog niet was verstreken. Daarom is het beroep van eiseres tegen het uitblijven van een besluit op haar aanvraag kennelijk niet-ontvankelijk.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan op 28 oktober 2024 door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van A.S.J.I. Hendrickx, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over verzet
Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Besluit van 21 september 2022, nummer WBV 2022/22, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000; gepubliceerd in Staatscourant 2022 nr. 25775; in werking getreden op 27 september 2022.
3.Vreemdelingenwet 2000.
4.Richtlijn 2013/32/EU.