Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , eiseres,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres op 9 mei 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar asielaanvraag, die op 10 juli 2022 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft de zaak behandeld en uitspraak gedaan op 28 oktober 2024. De rechtbank oordeelt dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld kan worden met een besluit, zoals bepaald in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiseres heeft een ingebrekestelling ingediend op 4 maart 2024, maar de rechtbank concludeert dat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. De beslistermijn voor de asielaanvraag van eiseres begon op 23 februari 2023, na het verstrijken van de uiterste overdrachtstermijn volgens de Dublinverordening. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door de inwerkingtreding van de WBV 2022/22 was verlengd, waardoor deze pas op 23 mei 2024 eindigde. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de maximale beslistermijn van 21 maanden na indiening van de asielaanvraag niet mocht worden overschreden, wat resulteerde in een eerdere einddatum van 10 april 2024. Aangezien de ingebrekestelling van eiseres plaatsvond voordat de beslistermijn was verstreken, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze beslissing.