Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[naam 1] , te [woonplaats] ,
[naam 2], te [woonplaats] ,
[naam 3], te [woonplaats] ,
1.[naam 4] , te [woonplaats] ,
[naam 5], te [woonplaats] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 11 december 2023, met producties 1-22;
- de conclusie van antwoord tevens inhoudende een vordering in reconventie, met producties 1-6;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties 23-31;
- het tussenvonnis van 15 mei 2024, waarin een plaatsopneming en een mondelinge behandeling is gelast;
- het proces-verbaal van de plaatsopneming op 24 september 2024.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie en in reconventie
gevestigd respectievelijk aanvaard, over en weer, ten behoeve en ten laste van het verkochte en de overige tot het bouwplan behorende percelen over en weer, ten behoeve en ten laste van het verkochte en de overige tot het bouwplan behorende percelen”. Dit betekent dat onder meer de percelen van [naam 1] c.s., [naam 3] en [naam 4] c.s. zowel heersende als dienende erven zijn. Dit komt verder ook tot uitdrukking in de passage “
het tot het verkochte behorende water mag door de eigenaren en/of gebruikers van de heersende en dienende erven worden gebruikt om op de minst storende wijze te varen van en naar de [vaart] en het verkochte vice versa.”
bijzondereplicht om (steeds) mogelijk te maken dat anderen op zijn (water)perceel kunnen keren. Zo is ook [naam 4] c.s. gerechtigd om een strook te gebruiken als aanlegplaats, net als de overige bewoners. Maar zijn perceel mag dus wel (door de eigenaren en/of gebruikers van de heersende erven) gebruikt worden om op de minst storende wijze te varen van en naar de [vaart] .
€ 139(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
€ 139