Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 september 2024 in de zaak tussen
[eiseres], uit [woonplaats], eiseres,
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder
Inleiding
dr. E.N. van Ringelesteijn-Avramova (tolk Bulgaars), en de gemachtigde van verweerder.
Beoordeling door de rechtbank
niet-ontvankelijkverklaring op grond van die te late indiening achterwege. [5]
1 oktober 2019 is dus verstreken op 13 november 2019. Eiseres heeft pas ruime tijd later, te weten op 23 november 2022, bezwaar gemaakt. Het bezwaar is dus te laat ingediend.
31 oktober 2019 is afgereisd naar Bulgarije om haar identiteitskaart ter plekke te wijzigen naar aanleiding van haar echtscheiding. Zij heeft een ticket om terug naar Nederland te vliegen gekocht op 12 november 2019. Eiseres was voornemens na haar terugkeer in Nederland het bezwaarschrift in te dienen. Echter is dit vanwege de samenloop van verschillende gebeurtenissen niet tijdig gelukt. In de avond van 12 november 2019 kreeg haar vader een hartstilstand waardoor eiseres pas later kon terugkeren. Zij is uiteindelijk op 30 november 2019 teruggereisd naar Nederland. Van 16 december 2019 tot en met
27 december 2019 en van 19 januari 2020 tot en met 7 februari 2020 heeft zij in Bulgarije verbleven om haar vader te verzorgen. Daarnaast moest zij zich in deze periode bezighouden met een verhuizing, met werk en studie, met verdriet vanwege het overlijden van haar kat, met de zorg voor drie kittens en met correspondentie met de Belastingdienst/Toeslagen vanwege herziening en terugvordering van zorgtoeslag als gevolg van een fout in de gemeentelijke administratie. Ook speelde in deze tijd de coronacrisis waardoor eiseres een verzoek om een uitkering op grond van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers moest indienen waarbij zij nogmaals vastliep vanwege het feit dat haar huisgenoot geregistreerd stond als haar partner. Hierdoor stond zij ook in 2020 onder druk. In augustus 2020 moest eiseres weer terugkeren naar Bulgarije vanwege de gezondheid van haar vader. In Bulgarije ging haar auto kapot en is zij meer dan twee maanden ziek geweest waardoor ze niet kon terugreizen naar Nederland. Uiteindelijk is ze op 18 januari 2021 teruggekeerd. Op 27 januari 2021 is eiseres weer ziek geworden.
30 januari 2024 [6] , waarbij de Centrale Raad van Beroep zich heeft aangesloten [7] , is de vraag die de bestuursrechter in geval van een termijnoverschrijding moet beantwoorden of “redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest”. In de eerste plaats moet worden beoordeeld of het niet tijdig indienen van het bezwaar- of beroepschrift aan de indiener kan worden toegerekend. Kan de termijnoverschrijding niet aan de indiener worden toegerekend, dan moet worden beoordeeld of het bezwaar- of beroepschrift is ingediend zo spoedig als dit redelijkerwijs kon worden verwacht. Indien direct duidelijk is dat het bezwaar- of beroepschrift hoe dan ook niet is ingediend zo spoedig als dit redelijkerwijs kon worden verlangd, dan behoeft de toerekenbaarheid geen afzonderlijke bespreking.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr.F. Leichel, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 25 september 2024.