ECLI:NL:RBDHA:2024:16388

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 oktober 2024
Publicatiedatum
9 oktober 2024
Zaaknummer
09/027673-24 en 09/141631-24
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake stalking en belaging door ex-partner met meerdere tenlasteleggingen

Op 11 oktober 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van stalking en belaging van zijn ex-partner. De verdachte, geboren op [geboortedag 1] 1986, heeft gedurende een periode van enkele maanden ongewenst contact gezocht met de aangeefster, ondanks dat zij in een safehouse verbleef na een eerdere veroordeling van de verdachte voor mishandeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 17 januari tot en met 24 januari 2024, en van 20 februari tot en met 23 maart 2024, stelselmatig inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de aangeefster door middel van telefoontjes, sms-berichten, e-mails en brieven. De rechtbank heeft de gedragingen van de verdachte als belaging gekwalificeerd, waarbij de aard, duur, frequentie en intensiteit van de gedragingen van belang zijn. De verdachte heeft ter zitting bekend dat hij contact heeft gezocht, maar toonde weinig inzicht in de ernst van zijn handelen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 203 dagen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar en bijzondere voorwaarden, waaronder een contactverbod met de aangeefster en hun dochter. De rechtbank heeft ook een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd om te voorkomen dat de verdachte opnieuw inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van de aangeefster.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummers: 09/027673-24 en 09/141631-24 (ttz. gev.)
Datum uitspraak: 11 oktober 2024
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlasteleggingen en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[de verdachte],
geboren op [geboortedag 1] 1986 te [geboorteplaats] ,
BRP-adres: [adres 1] , [postcode 1] [woonplaats]

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzittingen van 26 april 2024, 5 juli 2024 (beide pro forma) en 27 september 2024 (inhoudelijke behandeling).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. M.J.A. Grimmelikhuijsen en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. M.P. Kloppenburg naar voren is gebracht.

2.De tenlasteleggingen

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De dagvaarding van zaak met parketnummer 09/027673-24 wordt hierna genoemd dagvaarding I. De dagvaarding van zaak met parketnummer 09/141631-24 wordt hierna genoemd dagvaarding II. De tekst van dagvaarding I en dagvaarding II is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van zowel het tenlastegelegde feit onder dagvaarding I, als het tenlastegelegde feit onder dagvaarding II.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft namens de verdachte integrale vrijspraak bepleit van het tenlastegelegde feit onder dagvaarding I en onder dagvaarding II.
3.3.
Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft in bijlage II opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
3.4.
Bewijsoverwegingen
Ten aanzien van dagvaarding I en dagvaarding II
Juridisch kader
De rechtbank stelt het volgende voorop. Bij de beoordeling van de vraag of sprake is van belaging als bedoeld in artikel 285b, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) zijn verschillende factoren van belang: de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen van de verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer (HR 29 juni 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO5710; HR 4 november 2014, ECLI:NL:HR:2014:3095). Voor een bewezenverklaring van belaging is niet vereist dat het slachtoffer voorafgaand aan een in artikel 285b Sr omschreven gedraging aan de verdachte kenbaar heeft gemaakt geen contact met hem te willen (HR 2 juni 2015, ECLI:NL:HR:2015:1447).
Feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen de volgende feiten en omstandigheden vast.
De verdachte en [aangeefster] (hierna: aangeefster) hebben gedurende achttien jaar een relatie met elkaar gehad. Uit die relatie is hun dochter [naam 1] geboren. In december 2023 is de relatie tussen de verdachte en de aangeefster beëindigd. Op 11 januari 2024 heeft de politierechter van de rechtbank Den Haag de verdachte veroordeeld voor mishandeling van aangeefster en de dochter van verdachte een aangeefster en tevens voor het overtreden van een opgelegd huisverbod. Tegen dit vonnis is de verdachte in hoger beroep gegaan. De aangeefster en de dochter verblijven sinds 12 januari 2024 in een safehouse.
In de tenlastegelegde periode van 17 januari tot en met 24 januari 2024 (dagvaarding I) heeft de verdachte aangeefster (via zijn moeder) gebeld, berichten aan haar gestuurd via sms en whatsapp en via e-mail onder zijn eigen naam en onder de naam van “ [naam 2] ”. Ook heeft de verdachte onder de naam van aangeefster een contract afgesloten bij Eneco en tevens de inloggegevens van aangeefster voor Eneco gewijzigd.
In de tenlastegelegde periode van 20 februari tot en met 23 maart 2024 (dagvaarding II) heeft de verdachte aangeefster vanuit de penitentiaire inrichting vele malen gebeld, namelijk zeventien keer, meerdere voicemailberichten ingesproken en achttien brieven verstuurd. Ook heeft de verdachte zijn vader gevraagd de sloten van de voorheen gezamenlijke woning te veranderen en aangeefster hierover te berichten.
Belaging
De rechtbank is van oordeel dat de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de hiervoor vastgestelde gedragingen van de verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van aangeefster – naar objectieve maatstaven bezien – zodanig zijn geweest dat van een stelselmatige inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer sprake is geweest.
Hierbij wijst de rechtbank in het bijzonder naar de inhoud van de sms-, whatsapp- en voicemailberichten (dagvaarding I) en de brieven en voicemailberichten (dagvaarding II), waaruit naar voren komt dat de verdachte op intensieve wijze heeft geprobeerd met aangeefster in contact te komen. Ook heeft de verdachte op vijf verschillende dagen, maar liefst zeventien keer naar aangeefster gebeld (dagvaarding II). De verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij van aangeefster uitleg wilde over het – voor de verdachte plotseling – beëindigen van de relatie. De rechtbank acht daarmee bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde belaging in dagvaarding I en dagvaarding II.
De verdediging heeft erop gewezen dat de brieven zoals onder dagvaarding II tenlastegelegd, zijn verstuurd aan het adres van de verdachte zelf. De aangeefster verbleef op dat moment niet in de woning. De rechtbank oordeelt dat ook bij deze brieven sprake is van belaging, gelet op de frequentie waarmee de brieven zijn verstuurd, de brieven aangeefster hebben bereikt en uit de inhoud van de brieven blijkt dat de verdachte met aangeefster in contact probeerde te komen.
Daarnaast heeft de verdediging aangevoerd dat aangeefster zelf heeft ingestemd om contact te hebben en ook heeft gevraagd of de verdachte telefonisch contact met haar kon opnemen. De rechtbank gaat hieraan voorbij, omdat uit het procesdossier volgt dat aangeefster en de verdachte eind februari eenmalig contact hebben gehad op verzoek van de reclassering, zodat de verdachte kon accepteren dat de relatie voorbij is. Daarnaast hebben aangeefster en de verdachte een kort gesprek gevoerd over de laadpas van de auto, omdat aangeefster geen werkende laadpas tot haar beschikking had. Daarna heeft de verdachte een verzoek ingediend om ééns per week met aangeefster te bellen, maar dit verzoek is door de officier van justitie afgewezen. Naar het oordeel van de rechtbank, doet het voorgaande aan het aan de verdachte te maken strafrechtelijk verwijt niets af.
3.5.
De bewezenverklaring
De rechtbank is met betrekking tot onder het dagvaarding I en dagvaarding II ten laste gelegde feiten van oordeel dat deze feiten wettig en overtuigend zijn bewezen. De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
Ten aanzien van dagvaarding I (09/027673-24):
hij in de periode van 17 januari 2024 tot en met 24 januari 2024 in Nederland, telkens wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [aangeefster] , met het oogmerk die [aangeefster] te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft verdachte, terwijl hij weet had van het feit dat die [aangeefster] in een safehouse verbleef,
- vanaf het telefoonnummer [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] en via zijn, verdachtes, moeder een (aanzienlijke/grote) hoeveelheid sms-berichten en whatsapp-berichten en voicemail-berichten naar die [aangeefster] gestuurd, waaronder:
- op 18 januari 2024 een bericht met de volgende woorden: “ik mis je zo ontzettend lieverd”,
- op 18 januari 2024 een voicemail met de volgende woorden: “Lieve schat ik mis je zo erg, ik mis je zo erg, ik mis je zo erg. Ik vind het zo erg dat ik je niet mag spreken. Laat iets van je horen”,
- op 20 januari 2024 een bericht met de volgende woorden: “Lieve [aangeefster] , ik mis jullie zo ontzettend erg. Ik heb je nodig lieverd. Al zo lang niets van jullie gehoord. Ik vind het zo erg… Het spijt me zo erg voor wat er allemaal is gebeurd maar ik kan het niet verder zo alleen…Alsjeblieft laat iets van je horen”,
- op
21januari 2024 een bericht gericht aan de dochter van verdachte en/of die [aangeefster] met de volgende woorden: “Lieverd ik heb jullie echt nodig”,
- vanaf het e-mailadres [e-mailadres 1] en [e-mailadres 2] en [e-mailadres 3] een (aanzienlijke/grote) hoeveelheid e-mail-berichten naar die [aangeefster] gestuurd, waaronder:
- op 21 januari 2024 een bericht met de volgende woorden: “Lieve [aangeefster] alsjeblieft laat wat van je horen. Ik mis je zo. Dit kan toch niet zo?”,
- op 21 januari 2024 een bericht met de volgende woorden: “Ik stop met leven. Ik vind het zo erg dat je nooit meer hebt wat laten horen. Ik mis je zo. [straatnaam 1] ”,
- op 22 januari 2024 een bericht met de volgende woorden: “Hoe gaan we dat doen met alle betalingen? Als ik niks van je hoor betaal ik ook werkelijk helemaal niets meer. Jij kan doen alsof ik niet besta..
Snapniet hoe je dit kan”,
- op 23 januari 2024 een bericht met de volgende woorden: “Alsjeblieft praat even met me. Het gaat nu alleen nog slechter met me please heel even kort”,
- op 23 januari 2024 een bericht met de volgende woorden: “ik wil alleen even afscheid nemen. Het komt nooit meer goed….Alsjeblieft praat even kort met me”
- op 23 januari 2024 een bericht met onder meer de volgende woorden: “Hi schat, alsjeblieft laat me even afscheid nemen. Ik heb zo’n spijt van alles wat ik heb gedaan..Dat je nu zelfs gewoon helemaal niets meer van me wil weten of horen is zo verschrikkelijk erg. Het spijt me lieverd”.
- gebeld naar het telefoonnummer van die [aangeefster] ,
- een Eneco contract aangegaan met het e-mailadres van die [aangeefster] en de bij die [aangeefster] bekende inloggegevens voor Eneco gewijzigd.
Ten aanzien van dagvaarding II 09/141631-24:
hij in de periode van 20 februari 2024 tot en met 23 maart 2024 te ’s-Gravenhage, telkens wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [aangeefster] , met het oogmerk die [aangeefster] te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft verdachte, terwijl hij weet had van het feit dat die [aangeefster] geen contact met hem, verdachte, wilde en daarvoor zelfs in een safehouse verbleef,
- vanuit de penitentiaire inrichting, 18, althans meermalen, brieven gericht aan die [aangeefster] en/of [naam 1] gestuurd, waaronder onder meer:
- op 29 februari 2024 een brief met de volgende inhoud: "Hou van je! Het spijt me echt",
- een brief met de volgende inhoud: "hopelijk vindt je het niet vervelend dat ik zoveel brieven schrijf. Door dit te doen hoop ik dat ik helder blijf",
- een brief met de volgende inhoud: "laat alsjeblieft de deur nog een piepklein stukje voor mij open. Dat
hebik nodig om te hopen",
- een brief met de volgende inhoud: "Het enige wat ik wil is weer samen met je zijn. Tot het einde der tijden met jou. Nu zo alleen doet verdomd veel pijn. Samen met de vrouw waar ik zo ontzettend veel van hou"
- een brief met de volgende inhoud: "Als je me niet wil spreken, ik bel met een [netnummer] nummer, zal ik niet boos zijn", en
- vanuit de penitentiaire inrichting, 17 keer, althans meermalen, telefonisch contact gezocht met die [aangeefster] , en
- vanuit de penitentiaire inrichting, voicemailberichten aan die [aangeefster] gestuurd, waaronder onder meer:
- ( op 20 februari 2024) een voicemail met de volgende woorden: "Lieve [aangeefster] , ik hoop dat je er geen melding van maakt. Het spijt me zo van alles. Ik mis je zo. Kutzooi. Ik heb er echt een tyfuszooi van gemaakt. Maak alsjeblieft geen melding hiervan. Ik wil je zo graag ff spreken. Het spijt me zo erg van alles. Ik kan niet zonder je meissie. Ik mis je echt zo erg. [naam 1] ook. Ik vind het zo erg als je niet opneemt. Ik hou van je moppie, ik hou echt van je. Sorry voor alles. Dag lieverd",
- op 28 februari 2024 een voicemail met de volgende woorden: "Liefie, praat alsjeblieft met me. Het spijt me zo van alles. Moppie. Sorry schat",
- op 28 februari 2024 een voicemail waarop hij, verdachte, huilend te horen is,
- op 28 februari 2024 een voicemail met de volgende woorden: "Sorry lieverd. Liefie ik weet dat ik alles het verziekt. Ik weet het. Het spijt me zo erg. Alsjeblieft praat een keertje met me. Ik heb juist nodig dat er misschien nog een kans is. Ik heb zo'n spijt van alles, ik wil het allemaal zo graag over doen. Maar als de deur nu helemaal dicht is. Ik heb niks meer. Ik heb niks meer te verliezen. Ik heb helemaal niks meer. Het spijt me zo voor alles moppie. Ik hou zoveel van je. Ik ben niet boos op je, ik ben nu alleen maar boos op mezelf. Alsjeblieft praat een keer met me. Ik mis je zo. Ik hou van je moppie.",
- op 3 maart 2024 een voicemail met de volgende woorden: "Hey met mij. Het is niet helemaal duidelijk met de telefoon of je me wegdrukt of dat er iets mis is met je telefoon",
- op 5 maart 2024 een voicemail met de volgende woorden: "Hey sorry dat ik belde. Ik hoor net van de reclassering dat de officier me geen toestemming geeft voor het bellen. Nou, ik heb er maling aan. Dus eh, laat maar ff via m'n moeder weten wat jij wil. Maar ik vind het gewoon belangrijk dat we bepaalde dingen bespreken. Zoals we hadden afgesproken
zegmaar over eh financiën enzo. Ik ben er tegen alles sowieso in hoger beroep gegaan. Tegen het contactverbod. Ja, ik weet niet hoe jij erin staat. Laat maar ff weten via m'n moeder dan. Sorry dat ik je stoorde meissie, ik hou van je, doei",
- op 5 maart 2024 een voicemail met de volgende woorden: "Meissie, ik weet niet meer wat ik moet doen. Ik weet het niet meer. Ik weet niet wat ik moet doen. Dat we niet mogen praten met elkaar, dat is toch bizar. Jij
bentveels te braaf omdat je luistert naar wat ze zeggen. Sorry dat je toch onrustig werd van dat ik weer belde. Dat is helemaal niet de bedoeling. Ik was heel blij mee. Gister. Ik hoop dat je naar die rechtszaak komt op 23 april. Dan kunnen we dat contactverbod wel misschien eraf halen voor een keer in de week. Als je eraan mee wil werken dan kan ik het wel makkelijk voor elkaar krijgen met de advocaat. Het is, ik hoop dat je begrijpt dat ik gewoon heel erg in de war raak hiervan. Hij zei echt letterlijk tegen me ' [aangeefster] wil echt niet meer dat je belt'. Dus dan ben ik weer gelijk helemaal in alle staten. Ik vind het zo moeilijk. Ik wil het zo graag goed doen. Ik wil het over doen. Het
spijtme zo. Ik ga keihard werken aan mezelf, dat wil ik echt doen. Maar ik verdien gewoon werkelijk helemaal niks. Liefie ik hou echt heel veel van je. Geef [naam 1] een dikke kus, ik hou heel
ergvan jullie. Dag meissie",
- op 6 maart 2024 een voicemail met de volgende woorden: ""Hey meissie, ja ik weet het ik moet je niet bellen. Ik weet niet of je er last van hebt maar ik denk nu kan het nog, nummer is nog niet geblokkeerd. Meissie, breng je leven op orde. Ga weg uit die hulpverlening. Ik kom je niet lastig vallen. Ik ga aan mezelf werken. Pak je leven op, zorg dat je je baan houdt. Haal de diertjes weer terug. Zorg goed voor [naam 1] . Ik heb echt zoveel spijt van wat ik jou heb aangedaan meissie. Ik vind het zo erg. Ik haat mezelf echt, ik ga het mezelf nooit meer kunnen vergeven. Ik hou van je lieverd. Echt waar, ik kan niet anders dan aan je denken. Elke dag. Vanaf dat ik wakker
wordtotdat ik ga slapen. Ik vind het ook zo erg dat ze me zo gek maken. Van jij wil niet bellen, dan wil je het weer wel. Wat moet ik
geloven, ik vind het zo moeilijk. Ik heb het zelf veroorzaakt. Ik haat mezelf, het spijt me. Het spijt me heel erg. Meisje, denk aan jezelf. Doe jezelf niks aan, alsjeblieft niet. Zorg goed voor jezelf en voor ons kind. Oké? Doe dat alsjeblieft doe dat. Ik hou van je lieverd, ik hou echt zielsveel van je. Van hier tot aan de maan en terug tot weet ik het waarheen. Dag schatje ik hou van je dag", en
- zijn, verdachtes vader, de opdracht gegeven de sloten van de woning aan
[straatnaam 2]te veranderen en die [aangeefster] hierover in kennis te stellen door middel van het versturen van een e-mail door zijn, verdachtes vader.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 220 dagen, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan 50 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering. Ook vordert de officier van justitie de verdachte een vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38v, tweede lid, sub b Sr op te leggen in de vorm van een contactverbod met [aangeefster] en [naam 1] . De officier van justitie heeft verzocht de maatregel dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om – voor zover een straf wordt opgelegd aan de verdachte – een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, althans een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest en eventueel daarnaast een (voorwaardelijke) taakstraf. Met betrekking tot de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering verzet de verdediging zich tegen opname in een zorginstelling. Ook verzoekt de verdediging om geen contactverbod of vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen met de dochter van de verdachte, [naam 1] .
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken.
De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan belaging. Gedurende een periode van meerdere weken heeft hij aangeefster bestookt met telefoontjes, voicemailberichten, e-mails, whatsapp-berichten en brieven. Dit alles met als doel om tekst en uitleg te krijgen over het beëindigen van de relatie door aangeefster. Gedurende deze periode verbleef aangeefster met hun dochter in een safehouse. Zelfs toen de verdachte in de penitentiaire inrichting in voorarrest zat voor de onder dagvaarding I tenlastegelegde belaging, heeft de verdachte vele brieven gestuurd aan aangeefster (tenlastegelegd onder dagvaarding II).
De verdachte heeft daarmee langer durend ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van aangeefster. Weliswaar heeft de verdachte ter zitting bekend dat hij heeft gebeld en ook de berichten en brieven heeft gestuurd, maar hij toont weinig inzicht in de laakbaarheid van zijn handelen en neemt daar op minimale wijze verantwoordelijkheid voor. Dit rekent de rechtbank de verdachte aan.
Strafblad
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 9 juli 2024. Anders dan de hiervoor genoemde zaak met vonnis van 11 januari 2024, waartegen de verdachte in hoger beroep is gegaan, is de verdachte niet eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten.
Gedragskundige rapport
De rechtbank heeft kennisgenomen van het reclasseringsadvies over de verdachte van 20 september 2024. Hierin komt naar voren dat de verdachte een lange tijd niet heeft kunnen accepteren dat zijn relatie voorbij is waardoor hij controlerend en manipulatief gedrag laat zien. De scheiding is medio augustus 2024 uitgesproken. Dit kan hij nog steeds niet loslaten. Het cocaïnegebruik van de verdachte is eveneens een criminogene factor gebleken. Dit zijn de belangrijkste factoren die zijn gedrag bepaald, aldus de reclassering. Het risico op recidive wordt ingeschat als hoog, evenals het risico op onttrekken aan voorwaarden. Het risico op letsel wordt ingeschat als gemiddeld.
Maatschappelijk gezien is de verdachte in een neerwaartse spiraal terecht gekomen en lijkt hij de controle over de situatie te zijn verloren. Het is daarbij van belang dat de verdachte abstinent blijft van middelen. Immers onder invloed van middelen kan de verdachte impulsief en onvoorspelbaar reageren. Omdat de verdachte zich conformeert aan de bijzondere voorwaarden omdat het verplicht is, kan geconcludeerd worden dat de verdachte zich laat motiveren door externe factoren. Daarnaast heeft de verdachte meermaals laten zien dat hij zich niet aan afspraken wil of kan houden. De reclassering adviseert om bij veroordeling van de verdachte hem op te leggen een (deels) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling met de mogelijkheid tot een kortdurende opname, een alcohol- en drugsverbod, inspannen voor een dagbesteding en meewerken aan schuldhulpverlening. Tot slot adviseert de reclassering om een contactverbod als vrijheidsbeperkende maatregel op grond van artikel 38v Sr op te leggen, zodat de verdachte op geen enkele wijze – direct of indirect – contact mag zoeken of hebben met [aangeefster] voor een periode van drie jaren en voor [naam 1] voor een periode van twee jaren.
De reclassering is van mening dat een klinische behandeling zal bijdrage aan het verminderen van het recidiverisico en het bewerkstelligen van gedragsverandering. Om die reden is een klinische opname geïndiceerd mocht een ambulante behandeling niet toereikend zijn. Het ontbreekt de verdachte aan motivatie, omdat hij van mening is dat hij niets heeft gedaan. Ook accepteert de verdachte geen vonnis en zal hij bij een veroordeling rechtsmiddelen inzetten zoals hoger beroep. Om deze reden adviseert de reclassering een dadelijke uitvoerbaarheid op de bijzondere voorwaarden. De kans op een misdrijf met schade voor personen is immers groot.
De op te leggen straf
Gelet op wat hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere of andere sanctie dan een straf die deels onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 203 dagen, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, passend. De rechtbank zal daarvan 30 dagen voorwaardelijk aan de verdachte opleggen, met een proeftijd van drie jaren. Aan de proeftijd zal de rechtbank – naast de algemene voorwaarde dat de verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit – de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden verbinden, om zo te bewerkstelligen dat een oplossing wordt gevonden voor de problematiek van de verdachte en om op die manier het hoge recidiverisico terug te dringen. Het voorgaande houdt in dat het onvoorwaardelijk strafdeel 173 dagen gevangenisstraf bedraagt en gelijk is aan de duur van het voorarrest. De verdachte hoeft na aftrek van de tijd in voorarrest dus niet opnieuw in hechtenis, tenzij hij zich niet aan de algemene en bijzondere voorwaarden houdt.
Anders dan geadviseerd door de reclassering, zal de rechtbank geen vrijheidsbeperkende maatregel opleggen in de zin van een contactverbod met dochter [naam 1] op grond van artikel 38v Sr, maar wel een contactverbod opleggen voor de duur van maximaal twee jaren als bijzondere voorwaarde en daarbij aan de reclassering de opdracht geven om toezicht te houden op naleving en eventueel contact te begeleiden wanneer de reclassering dit passend acht. Aangezien [naam 1] de dochter is van de verdachte, kan het contactverbod (beduidend) korter zijn (en te zijner tijd wellicht minder stringent) dan de duur van twee jaren. De rechtbank vraagt de reclassering hiervoor speciale aandacht te hebben.
Verder zal de rechtbank, zoals ook geadviseerd door de reclassering, de voorwaarden en het toezicht dadelijk uitvoerbaar verklaren. Gelet op het reclasseringsadvies en het daarin genoemde hoge recividerisico, moet er ernstig rekening mee worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Voorlopige hechtenis
Nu de verdachte het onvoorwaardelijk deel van de gevangenisstraf reeds in voorarrest heeft uitgezeten, zal de rechtbank het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.
Vrijheidsbeperkende maatregel
De rechtbank ziet naast de op te leggen (voorwaardelijke) straf met bijzondere voorwaarden aanleiding om een vrijheidsbeperkende maatregel aan de verdachte op te leggen. In het geval dat het voorwaardelijk deel van de aan de verdachte opgelegde straf ten uitvoer zou worden gelegd omdat de verdachte zich niet aan de voorwaarden heeft gehouden, dient er daarnaast een vangnet te zijn zodat de verdachte geen contact mag opnemen met aangeefster. Dit vangnet kan – ter beveiliging van de maatschappij en ter voorkoming van strafbare feiten – door middel van een vrijheidsbeperkende maatregel op grond van artikel 38v Sr worden vormgegeven. Deze maatregel houdt in dat de verdachte gedurende een periode van drie jaren geen contact mag zoeken of hebben met aangeefster [aangeefster] . De vervangende hechtenis wordt vastgesteld op zeven dagen voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van zes maanden. De rechtbank beslist verder dat deze maatregel dadelijk uitvoerbaar is. Naar het oordeel van de rechtbank moet er – mede gelet op het eerder overwogene – ernstig rekening mee worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen of zich belastend zal gedragen tegenover een bepaald persoon, namelijk aangeefster.

7.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen:
- 14a, 14b, 14c, 38v, 38w, 57 en 285b van het Wetboek van Strafrecht;
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

8.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de bij dagvaarding I en bij dagvaarding II ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van dagvaarding I (09/027673-24):
belaging;
ten aanzien van dagvaarding II (09/141631-24):
belaging;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
203 (TWEEHONDERDDRIE) DAGEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot
30 (DERTIG) DAGEN, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op drie jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich binnen vijf dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij GGZ Reclassering Fivoor op het adres [adres 2] , [postcode 2] te Den Haag en zich daarna gedurende de proeftijd op door de reclassering te bepalen tijdstippen blijft melden bij deze instelling, zo frequent en zolang de reclassering dat noodzakelijk acht;
- zich gedurende het eerste jaar van de proeftijd, of zoveel korter als zijn behandelaars in overleg met de reclassering nodig achten, laat opnemen in [instelling] in Almere, althans een soortgelijke intramurale instelling, waarbij de veroordeelde zich houdt aan de huisregels en de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur van deze instelling worden gegeven. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling, als de zorgverlener dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
- zich onder behandeling stelt van Forensisch Ambulant Centrum Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling, als de zorgverlener dat nodig vindt. Indien daartoe aanleiding is, zoals bij een terugval in middelengebruik, bij overmatig middelengebruik of in geval van ernstige zorgen over het psychiatrische toestandsbeeld, kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Indien de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert zal, nadat dit door de rechter is bevolen, de verdachte zich laten opnemen in een zorginstelling te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt zeven weken of zoveel korter als de reclassering dat nodig vindt. De justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg, bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling, als de zorgverlener dat nodig vindt;
- zich gedurende de proeftijd onthoudt van het gebruik van drugs en alcohol en zich verplicht ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan ademonderzoek (blaastest) of urineonderzoek. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
- op geen enkele wijze – direct of indirect – contact heeft met [naam 1] , geboren op [geboortedag 2] 2008, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt en maximaal voor de duur van twee jaren. Het contact met [naam 1] kan enkel plaatsvinden onder begeleiding van de reclassering, wanneer zij dit passend acht. Daarbij geeft de rechtbank aan dat de duur van het contactverbod – gezien de aard van de familierechtelijke relatie – naar haar oordeel (beduidend) korter (en te zijner tijd wellicht minder stringent) zou kunnen zijn dan de duur twee jaren. Hiervoor moet de reclassering speciale aandacht hebben;
- zich gedurende de proeftijd inspant voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur, zolang de reclassering dat nodig acht;
- meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
geeft opdracht aan GGZ Reclassering Fivoor tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen.
beveelt dat bovengenoemde bijzondere voorwaarden en het - op grond van artikel 14c, zesde lid Sr - uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
legt voorts op de maatregelstrekkende tot beperking van de vrijheid – inhoudende dat de veroordeelde voor de duur van
3 (DRIE) JARENop geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [aangeefster] , geboren op [geboortedag 3] 1967;
beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
7 (ZEVEN) DAGENvoor iedere keer dat het verbod wordt geschonden, met een maximum van
6 (ZES) MAANDEN;
beveelt dat de opgelegde maatregel,
dadelijk uitvoerbaaris;
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door
mr. T.A.B. Mentink, voorzitter,
mr. E.C. Kole, rechter,
mr. C.M.A. de Koning, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. F. Schuijt, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 11 oktober 2024.
Bijlagen:
I. Tekst tenlasteleggingen 09/027673-24 en 09/141631-24
II. Bewijsmiddelen
Bijlage I Tekst tenlasteleggingen 09/027673-24 en 09/141631-24
Tekst tenlastelegging 09/027673-24
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 17 januari 2024 tot
en met 24 januari 2024 te ’s-Gravenhage, althans in Nederland, (telkens) wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [aangeefster] , in elk geval van een ander, met het oogmerk die [aangeefster] , in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft verdachte, terwijl hij weet had van het feit dat die [aangeefster] in een safehouse dan wel op een geheim adres verbleef,
- vanaf het telefoonnummer [telefoonnummer 1] en/of [telefoonnummer 2] en/of via zijn, verdachtes, moeder een (aanzienlijke/grote) hoeveelheid sms-berichten en/of whatsapp-berichten en/of voicemail-berichten naar die [aangeefster] gestuurd, waaronder:
- ( op 18 januari 2024) een bericht met de volgende woorden: “ik mis je zo ontzettend lieverd”,
- ( op 18 januari 2024) een voicemail met de volgende woorden: “Lieve schat ik mis je zo erg, ik mis je zo erg, ik mis je zo erg. Ik vind het zo erg dat ik je niet mag spreken. Laat iets van je horen”,
- ( op 20 januari 2024) een bericht met de volgende woorden: “Lieve [aangeefster] , ik mis jullie zo ontzettend erg. Ik heb je nodig lieverd. Al zo lang niets van jullie gehoord. Ik vind het zo erg… Het spijt me zo erg voor wat er allemaal is gebeurd maar ik kan het niet verder zo alleen…Alsjeblieft laat iets van je horen”,
- ( op
21januari 2024) een bericht gericht aan de dochter van verdachte met de volgende woorden: “Lieverd ik heb jullie echt nodig”,
- vanaf het e-mailadres [e-mailadres 1] en/of [e-mailadres 2] en/of [e-mailadres 3] een (aanzienlijke/grote) hoeveelheid e-mail-berichten naar die [aangeefster] gestuurd, waaronder:
- ( op 21 januari 2024) een bericht met de volgende woorden: “Lieve [aangeefster] alsjeblieft laat wat van je horen. Ik mis je zo. Dit kan toch niet zo?”,
- ( op 21 januari 2024) een bericht met de volgende woorden: “Ik stop met leven. Ik vind het zo erg dat je nooit meer hebt wat laten horen. Ik mis je zo. [straatnaam 1] ”,
- ( op 22 januari 2024) een bericht met de volgende woorden: “Hoe gaan we dat doen met alle betalingen? Als ik niks van je hoor betaal ik ook werkelijk helemaal niets meer. Jij kan doen alsof ik niet besta.. Snao niet hoe je dit kan”,
- ( op 23 januari 2024) een bericht met de volgende woorden: “Alsjeblieft praat even met me. Het gaat nu alleen nog slechter met me please heel even kort”,
- ( op 23 januari 2024) een bericht met de volgende woorden: “ik wil alleen even afscheid nemen. Het komt nooit meer goed….Alsjeblieft praat even kort met me”
- ( op 23 januari 2024) een bericht met onder meer de volgende woorden: “Hi schat, alsjeblieft laat me even afscheid nemen. Ik heb zo’n spijt van alles wat ik heb gedaan..Dat je nu zelfs gewoon helemaal niets meer van me wil weten of horen is zo verschrikkelijk erg. Het spijt me lieverd”.
- gebeld naar het telefoonnummer van die [aangeefster] ,
- een Eneco contract aangegaan met het e-mailadres van die [aangeefster] en/of de bij die [aangeefster] bekende inloggegevens voor Eneco gewijzigd.
Tekst tenlastelegging 09/141631-24
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 20 februari 2024 tot en met 23 maart 2024 te ’s-Gravenhage, althans in Nederland, (telkens) wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [aangeefster] , in elk geval van een ander, met het oogmerk die [aangeefster] , in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft verdachte, terwijl hij weet had van het feit dat die [aangeefster] geen contact met hem, verdachte, wilde en daarvoor zelfs in een safehouse dan wel op een geheim adres verbleef,
- vanuit de penitentiaire inrichting, 18, althans meermalen, brieven gericht aan die [aangeefster] en/of [naam 1] gestuurd, waaronder onder meer:
- ( op 29 februari 2024) een brief met de volgende inhoud: "Hou van je! Het spijt me echt",
- een brief met de volgende inhoud: "hopelijk vindt je het niet vervelend dat ik zoveel brieven schrijf. Door dit te doen hoop ik dat ik helder blijf",
- een brief met de volgende inhoud: "laat alsjeblieft de deur nog een piepklein stukje voor mij open. Dat hen ik nodig om te hopen",
- een brief met de volgende inhoud: "Het enige wat ik wil is weer samen met je zijn. Tot het einde der tijden met jou. Nu zo alleen doet verdomd veel pijn. Samen met de vrouw waar ik zo ontzettend veel van hou"
- een brief met de volgende inhoud: "Als je me niet wil spreken, ik bel met een [netnummer] nummer, zal ik niet boos zijn", en/of
- vanuit de penitentiaire inrichting, 17 keer, althans meermalen, telefonisch contact gezocht met die [aangeefster] , en/of
- vanuit de penitentiaire inrichting, voicemailberichten aan die [aangeefster] gestuurd, waaronder onder meer:
- ( op 20 februari 2024) een voicemail met de volgende woorden: "Lieve [aangeefster] , ik hoop dat je er geen melding van maakt. Het spijt me zo van alles. Ik mis je zo. Kutzooi. Ik heb er echt een tyfuszooi van gemaakt. Maak alsjeblieft geen melding hiervan. Ik wil je zo graag ff spreken. Het spijt me zo erg van alles. Ik kan niet zonder je meissie. Ik mis je echt zo erg. [naam 1] ook. Ik vind het zo erg als je niet opneemt. Ik hou van je moppie, ik hou echt van je. Sorry voor alles. Dag lieverd",
- ( op 28 februari 2024) een voicemail met de volgende woorden: "Liefie, praat alsjeblieft met me. Het spijt me zo van alles. Moppie. Sorry schat",
- ( op 28 februari 2024) een voicemail waarop hij, verdachte, huilend te horen is,
- ( op 28 februari 2024) een voicemail met de volgende woorden: "Sorry lieverd. Liefie ik weet dat ik alles het verziekt. Ik weet het. Het spijt me zo erg. Alsjeblieft praat een keertje met me. Ik heb juist nodig dat er misschien nog een kans is. Ik heb zo'n spijt van alles, ik wil het allemaal zo graag over doen. Maar als de deur nu helemaal dicht is. Ik heb niks meer. Ik heb niks meer te verliezen. Ik heb helemaal niks meer. Het spijt me zo voor alles moppie. Ik hou zoveel van je. Ik ben niet boos op je, ik ben nu alleen maar boos op mezelf. Alsjeblieft praat een keer met me. Ik mis je zo. Ik hou van je moppie.",
- ( op 3 maart 2024) een voicemail met de volgende woorden: "Hey met mij. Het is niet helemaal duidelijk met de telefoon of je me wegdrukt of dat er iets mis is met je telefoon",
- ( op 5 maart 2024) een voicemail met de volgende woorden: "Hey sorry dat ik belde. Ik hoor net van de reclassering dat de officier me geen toestemming geeft voor het bellen. Nou, ik heb er maling aan. Dus eh, laat maar ff via m'n moeder weten wat jij wil. Maar ik vind het gewoon belangrijk dat we bepaalde dingen bespreken. Zoals we hadden afgesproken ze maar over eh financiën enzo. Ik ben er tegen alles sowieso in hoger beroep gegaan. Tegen het contactverbod. Ja, ik weet niet hoe jij erin staat. Laat maar ff weten via m'n moeder dan. Sorry dat ik je stoorde meissie, ik hou van je, doei",
- ( op 5 maart 2024) een voicemail met de volgende woorden: ""Meissie, ik weet niet meer wat ik moet doen. Ik weet het niet meer. Ik weet niet wat ik moet doen. Dat we niet mogen praten met elkaar, dat is toch bizar. Jij met veels te braaf omdat je luistert naar wat ze zeggen. Sorry dat je toch onrustig werd van dat ik weer belde. Dat is helemaal niet de bedoeling. Ik was heel blij mee. Gister. Ik hoop dat je naar die rechtszaak komt op 23 april. Dan kunnen we dat contactverbod wel misschien eraf halen voor een keer in de week. Als je eraan mee wil werken dan kan ik het wel makkelijk voor elkaar krijgen met de advocaat. Het is, ik hoop dat je begrijpt dat ik gewoon heel erg in de war raak hiervan. Hij zei echt letterlijk tegen me ' [aangeefster] wil echt niet meer dat je belt'. Dus dan ben ik weer gelijk helemaal in alle staten. Ik vind het zo moeilijk. Ik wil het zo graag goed doen. Ik wil het over doen. Het pit me zo. Ik ga keihard werken aan mezelf, dat wil ik echt doen. Maar ik verdien gewoon werkelijk helemaal niks. Liefie ik hou echt heel veel van je. Geef [naam 1] een dikke kus, ik hou heel er van jullie. Dag meissie",
- ( op 6 maart 2024) een voicemail met de volgende woorden: ""Hey meissie, ja ik weet het ik moet je niet bellen. Ik weet niet of je er last van hebt maar ik denk nu kan het nog, nummer is nog niet geblokkeerd. Meissie, breng je leven op orde. Ga weg uit die hulpverlening. Ik kom je niet lastig vallen. Ik ga aan mezelf werken. Pak je leven op, zorg dat je je baan houdt. Haal de diertjes weer terug. Zorg goed voor [naam 1] . Ik heb echt zoveel spijt van wat ik jou heb aangedaan meissie. Ik vind het zo erg. Ik haat mezelf echt, ik ga het mezelf nooit meer kunnen vergeven. Ik hou van je lieverd. Echt waar, ik kan niet anders dan aan je denken. Elke dag. Vanaf dat ik wakker wordt totdat ik ga slapen. Ik vind het ook zo erg dat ze me zo gek maken. Van jij wil niet bellen, dan wil je het weer wel. Wat moet ik
geloven, ik vind het zo moeilijk. Ik heb het zelf veroorzaakt. Ik haat mezelf, het spijt me. Het spijt me heel erg. Meisje, denk aan jezelf. Doe jezelf niks aan, alsjeblieft niet. Zorg goed voor jezelf en voor ons kind. Oké? Doe dat alsjeblieft doe dat. Ik hou van je lieverd, ik hou echt zielsveel van je. Van hier tot aan de maan en terug tot weet ik het waarheen. Dag schatje ik hou van je dag", en/of
- zijn, verdachtes vader, de opdracht gegeven de sloten van de woning aan [straatnaam 2] te veranderen en/of die [aangeefster] hierover in kennis te stellen door middel van het versturen van een e-mail door zijn, verdachtes vader.
Bijlage II: gebruikte bewijsmiddelen
Ten aanzien van dagvaarding I (09/027673-24):
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2024022358, van de politie eenheid Den Haag, district Den Haag-West, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 128).
1. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 27 september 2024, voor zover inhoudende:
Ik heb berichten gestuurd aan [aangeefster] via sms, e-mails en voicemails. Het zal vast wel dat ik ook de e-mail via een adres met de naam “ [naam 2] ” heb gestuurd. Ik heb ook een contract onder naam van [aangeefster] afgesloten bij Eneco. Het contract stond altijd op haar naam en ik heb ingelogd en het contract geactiveerd.
2. Het proces-verbaal van aangifte van [aangeefster] , opgemaakt op 23 januari 2024, voor zover inhoudende (p. 62-66, bijlagen 84-97):
Ik doe aangifte van stalking tegen mijn partner [de verdachte] . [de verdachte] en ik zijn bijna 18 jaar samen.
Ik zit sinds 12 januari 2024 in een safehouse samen met [naam 1] . Maar desondanks blijft [de verdachte] contact met mij zoeken.
[de verdachte] heeft twee telefoonnummers één privé en één van zijn werk. Zijn telefoonnummers
zijn:
Privé: [telefoonnummer 1]
Zakelijk: [telefoonnummer 2]
Het zakelijke nummer zal hij niet al te lang meer hebben want [de verdachte] is 12 januari 2024 ontslagen van zijn werk. Ik kreeg van het zakelijke nummer een WhatsApp bericht wat alleen afkomstig kan zijn van [de verdachte] . In het bericht stond: ''Lieve [aangeefster] , ik mis jullie zo ontzettend erg. Ik heb je nodig lieverd. Al zo lang niets van jullie gehoord. Ik vind het zo erg... Het spijt me zo erg voor wat er allemaal is gebeurd maar ik kan het niet verder zo alleen.. Alsjeblieft laat iets van je horen''.
Ik had op woensdag 17 januari 2024 om 16.02 een gemiste oproep van [de verdachte] .
Ik kreeg op donderdag 18 januari 2024 het eerste WhatsApp berichtje van hem. Ik en [naam 1] kregen hetzelfde berichtje met de tekst: ''Ik mis je zo ontzettend lieverd''
Ik kreeg s 'avonds om 20.34 uur een voicemailbericht van [de verdachte] .
Opmerking verbalisanten: De voicemail word afgespeeld en letterlijk uitgewerkt: ''Lieve schat ik mis je zo erg, ik mis je zo erg, ik mis je zo erg. Ik vind het zo erg dat ik je niet mag spreken. Laat iets van je horen.
Op zaterdag 20 januari 2024 kreeg ik dat WhatsApp bericht van zijn zakelijke nummer, dit was om 17.58 uur, en om 18.47 uur dat mijn schoonmoeder dan doorstuurde.
Op zondag 21 januari 2024 ontving ik twee e-mails van [de verdachte] . De eerste mail ontving ik op 16.53 uur en was afkomstig van [naam 4] met e-mailadres [e-mailadres 1] . Ik ken helemaal geen [naam 4] .
Opmerking verbalisanten: De e-mail word letterlijk uitgewerkt: ''kop tekst: Hoe kan je me zo negeren na al die jaren?
tekst: Lieve [aangeefster] alsjeblieft laat wat van je horen. Ik mis je zo. Dit kan toch niet zo?''.
De tweede mail ontving ik op 18.13 uur van hetzelfde e-mailadres.
Letterlijk uitgewerkt: ''Geen kop tekst.
Tekst: Ik stop met leven. Ik vind het zo erg dat je nooit meer wat hebt laten horen. Ik mis je zo. [straatnaam 1] ''.
Op zondag 21 januari 2024 stuurde [de verdachte] om 21.14 uur naar [naam 1] via WhatsApp: '' Lieverd ik heb jullie echt nodig''. Hier heeft [naam 1] niet op gereageerd.
Op maandag 22 januari 2024 ontving ik om 09.32 uur een e-mail van [de verdachte] . Deze mail was afkomstig vanaf zijn eigen e-mail adres te weten: [e-mailadres 2] . De mail betrof een zakelijke e-mail welke ging over een lening.
Opmerking verbalisanten: De e-mail word letterlijk uitgewerkt: ''koptekst: Lening
Qredits [nummer] .
tekst: Hoe gaan we dat doen met alle betalingen? Als ik niks van je hoor betaal ik ook werkelijk helemaal niets meer. Jij kan doen alsof ik niet besta.. Snap niet hoe je dit kan''.
Op dinsdag 23 januari 2024 ontving ik om 01:17 uur een mail van e-mailadres: [e-mailadres 3] . Het is geen bekend emailadres van [de verdachte] maar hij zijn wel zijn voorletter, achternaam en geboortejaar.
Opmerking verbalisanten: De e-mail word letterlijk uitgewerkt: ''koptekst:
Alsjeblieft praat even met me. Het gaat nu alleen nog slechter met me please heel even kort.
Afzender: Met vriendelijke groet, [de verdachte] + [telefoonnummer 3] ''.
Het telefoonnummer is ook [de verdachte] zijn telefoonnummer.
Op dinsdag 23 januari 2024 ontving ik om 01:28 uur een mail van e-mailadres: [e-mailadres 3] .
Opmerking verbalisanten: De e-mail word letterlijk uitgewerkt: ''koptekst: Ik wil alleen even afscheid nemen. Het komt nooit meer goed... Alsjeblieft praat even kort met me.
Geen tekst.
Afzender: Met vriendelijke groet, [de verdachte] + [telefoonnummer 3] ''.
Op dinsdag 23 januari 2024 ontving ik om 05:27 uur een mail van e-mailadres:
[e-mailadres 3] .
Opmerking verbalisanten: De e-mail word letterlijk uitgewerkt: ''koptekst: Afscheid.
Tekst: Hi Schat, Alsjeblieft laat me even afscheid nemen. Ik heb zo'n spijt van alles wat ik heb gedaan.. Dat je nu zelfs gewoon helemaal niets meer van me wil weten of horen is zo verschrikkelijk erg (zielige emoticon). Het spijt me lieverd.
Ik heb daarna niets meer ontvangen. Ik zal alle mails en berichten aan jullie overhandigen zodat jullie dat bij deze aangifte kunnen voegen.
Mijn schoonouders worden door [de verdachte] ingezet om berichten naar mij door te sturen. En via hun komt vaak ook de vraag van [de verdachte] of ik contact met hem wil opnemen. Mijn schoonouders weten dat [de verdachte] mij veelvuldig benaderd en dat ik geen contact met hem wil hebben. Dit weten zij omdat ik dat aan hun verteld heb. Ze weten ook dat ik in een safehouse op een onbekende locatie zit door [de verdachte] .
3. Het proces-verbaal van verhoor van aangever [aangeefster] , opgemaakt op 24 januari 2024, voor zover inhoudende (p. 47-48, bijlagen 101-105):
Ik heb per 19 januari 2024 mijn contract bij Eneco opgezegd. Deze stond op mijn naam. Ik woon nu niet meer op [adres 1] . Ik ben ook bezig om alles wat op mijn naam staat rond (voorzieningen voor) de woning [adres 1] op te zeggen.
Vanochtend zag ik in mijn e-mail dat [de verdachte] op mijn naam weer een Eneco contract is aangegaan. Ik zag dit omdat ik hier allemaal mails over ontving op mijn e-mailadres. Althans, dit moet [de verdachte] zijn geweest omdat hij de enige is die mijn inloggegevens heeft van Eneco.
Ik wil helemaal niet een nieuw Eneco-contract op mijn naam op het adres [adres 1] want ik wil daar niet meer gaan wonen. Ik heb [de verdachte] geen toestemming gegeven om op mijn naam weer een contract bij Eneco af te sluiten. Dit voelt voor mij weer als een manier om mij lastig te vallen en te manipuleren.
[de verdachte] heeft ook de inloggegevens voor Eneco gewijzigd waardoor ik zelf niet meer kon inloggen. Ik heb hierop gebeld met Eneco en de situatie uitgelegd. Hierop hebben zij gelukkig gelijk het contract geannuleerd.
4. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 22 januari 2024, voor zover inhoudende (met bijlagen p. 69-74):
De relatie is sinds kort (18 december) verbroken.
[de verdachte] heeft eerder geweld gebruikt tegen [aangeefster] en hun dochter [naam 1] . Hier is hij voor veroordeeld op 11 januari 2024.
Ten aanzien van dagvaarding II 09/141631-24:
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2024092547, van de politie eenheid Den Haag, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 60).
1. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 27 september 2024, voor zover inhoudende:
Ik heb zeker brieven vanuit de penitentiaire inrichting gestuurd aan [aangeefster] . Ik heb [aangeefster] ook meerdere keren gebeld.
2. Het proces-verbaal van aangifte van [aangeefster] , opgemaakt op 23 maart 2024, voor zover inhoudende (p.7-8):
Ik doe bij deze wederom/hernieuwd aangifte van stalking/belaging door mijn ex-partner [de verdachte] die ik verder in mijn verklaring [de verdachte] zal noemen. [de verdachte] zit momenteel in detentie in de Penitentiaire Inrichting (PI) in [plaats] . Na een lange periode van huiselijk geweld ben ik bij [de verdachte] weggegaan en verblijf ik sedert dat moment op een geheim adres. [de verdachte] wilde mij niet laten gaan en bleef ongewenst contact opnemen. Ik heb op 23 januari 2024 aangifte van stalking gedaan, hij is hiervoor aangehouden en aan hem is een contactverbod opgelegd met mij en onze dochter [naam 1] . [de verdachte] wil mij nog nu nog steeds niet laten gaan en blijft contact met mij opnemen vanuit de PI. Dit doet hij telefonisch en middels brieven/kaarten. Sinds 20 februari 2024 is dus dit hernieuwd aan de gang zowel telefonisch, bijna dagelijks en dan spreekt hij uitgebreide voicemails. Tevens middels brieven die hij dus verzend naar ons/mijn oude adres op [adres 1] alhier, nu al weer 18 stuks in totaal.
3. Het proces-verbaal van aanvullend verhoor van aangeefster [aangeefster] , opgemaakt op [geboortedag 3] 2024, voor zover inhoudende (p. 10-14, bijlagen 22-60):
[de verdachte] blijft dus toch contact zoeken met mij. Dit doet hij onder andere telefonisch. Hij belde mij geregeld op vanuit de PI [plaats] op mijn telefoonnummer [telefoonnummer 4] . Hij belde dan vanaf het telefoonnummer [telefoonnummer 5] . Hij heeft op de volgende data/tijdstippen gebeld vanuit de PI:
- 20 februari 2024, 19:21 uur
- 20 februari 2024, 19:22 uur
- 20 februari 2024, 19:25 uur
- 20 februari 2024, 19:30 uur
- 28 februari 2024, 15:13 uur, twee oproepen
- 28 februari 2024, 16:05 uur
- 5 maart 2024, 10:51 uur
- 5 maart 2024, 17:34 uur
- 5 maart 2024, 18:05 uur
- 5 maart 2024, 18:07 uur
- 5 maart 2024, 18:47 uur
- 6 maart 2024, 10:40 uur
- 7 maart 2024, 08:26 uur (voicemail)
- 7 maart 2024, 14:21 uur
- 7 maart 2024, 15:39 uur
- 7 maart 2024, 15:40 uur
Ik heb al die keren niet opgenomen omdat ik zag dat het [de verdachte] was vanuit de PI. Ik heb niet opgenomen omdat ik hem niet wilde spreken en hij een contactverbod heeft met mij. Ik ken in de PI niemand anders die mij zou bellen dus al deze gemiste oproepen moeten wel van [de verdachte] komen. Op sommige momenten heeft [de verdachte] ook voicemailberichten ingesproken. Ik zal deze nu aan je laten horen.
Noot verbalisant: ik heb alle voicemailberichten samen met aangeefster beluisterd en hieronder letterlijk uitgewerkt. Ik herken de stem van de beller als zijnde [de verdachte] .
20 februari, 19:31 uur:
"Lieve [aangeefster] , ik hoop dat je er geen melding van maakt. Het spijt me zo van alles. Ik mis je zo. Kutzooi. Ik heb er echt een tyfuszooi van gemaakt. Maak alsjeblieft geen melding hiervan. Ik wil je zo graag ff spreken. Het spijt me zo erg van alles. Ik kan niet zonder je meissie. Ik mis je echt zo erg. [naam 1] ook. Ik vind het zo erg als je niet opneemt. Ik hou van je moppie, ik hou echt van je. Sorry voor alles. Dag lieverd."
28 feb 15:13
"Liefie, praat alsjeblieft met me. Het spijt me zo van alles. Moppie. Sorry schat."
28 februari 2024, 15:14 uur
Er is kort een huilend persoon te horen. Daarna wordt de verbinding verbroken.
28 februari 2024, 16:06 uur
"Sorry lieverd. Liefie ik weet dat ik alles heb verziekt. Ik weet het. Het spijt me zo erg. Alsjeblieft praat een keertje met me. Ik heb juist nodig dat er misschien nog een kans is. Ik heb zo'n spijt van alles, ik wil het allemaal zo graag over doen. Maar als de deur nu helemaal dicht is. Ik heb niks meer. Ik heb niks meer te verliezen. Ik heb helemaal niks meer. Het spijt me zo voor alles moppie. Ik hou zoveel van je. Ik ben niet boos op je, ik ben nu alleen maar boos op mezelf. Alsjeblieft praat een keer met me. Ik mis je zo. Ik hou van je moppie."
3 maart 2024, 10:14 uur
"Hey met mij. Het is niet helemaal duidelijk met de telefoon of je me wegdrukt of dat er iets mis is met je telefoon."
5 maart 2024, 10:52 uur
"Hey sorry dat ik belde. Ik hoor net van de reclassering dat de officier me geen toestemming geeft voor het bellen. Nou, ik heb er maling aan. Dus eh, laat maar ff via m'n moeder weten wat jij wil. Maar ik vind het gewoon belangrijk dat we bepaalde dingen bespreken. Zoals we hadden afgesproken zeg maar over eh financiën enzo. Ik ben er tegen alles sowieso in hoger beroep gegaan. Tegen het contactverbod. Ja, ik weet niet hoe jij erin staat. Laat maar ff weten via m'n moeder dan. Sorry dat ik je stoorde meissie, ik hou van je, doei."
5 maart 2024, 18:49 uur
"Meissie, ik weet niet meer wat ik moet doen. Ik weet het niet meer. Ik weet niet wat ik moet doen. Dat we niet mogen praten met elkaar, dat is toch bizar. Jij bent veels te braaf omdat je luistert naar wat ze zeggen. Sorry dat je toch onrustig werd van dat ik weer belde. Dat is helemaal niet de bedoeling. Ik was er heel blij mee. Gister. Ik hoop dat je naar die rechtszaak komt op 23 april. Dan kunnen we dat contactverbod wel misschien eraf halen voor een keer in de week. Als je eraan mee wil werken dan kan ik het wel makkelijk voor elkaar krijgen met de advocaat. Het is, ik hoop dat je begrijpt dat ik gewoon heel erg in de war raak hiervan. Hij zei echt letterlijk tegen me ' [aangeefster] wil echt niet meer dat je belt'. Dus dan ben ik weer gelijk helemaal in alle staten. Ik vind het zo moeilijk. Ik wil het zo graag goed doen. Ik wil het over doen. Het spijt me zo. Ik ga keihard werken aan mezelf, dat wil ik echt doen. Maar ik verdien gewoon werkelijk helemaal niks. Liefie ik hou echt heel veel van je. Geef [naam 1] een dikke kus, ik hou heel er van jullie. Dag meissie."
6 maart 2024, 11:41 uur
"Hey meissie, ja ik weet het ik moet je niet bellen. Ik weet niet of je er last van hebt maar ik denk nu kan het nog, nummer is nog niet geblokkeerd. Meissie, breng je leven op orde. Ga weg uit die hulpverlening. Ik kom je niet lastig vallen. Ik ga aan mezelf werken. Pak je leven op, zorg dat je je baan houdt. Haal de diertjes weer terug. Zorg goed voor [naam 1] . Ik heb echt zoveel spijt van wat ik jou heb aangedaan meissie. Ik vind het zo erg. Ik haat mezelf echt, ik ga het mezelf nooit meer kunnen vergeven. Ik hou van je lieverd. Echt waar, ik kan niet anders dan aan je denken. Elke dag. Vanaf dat ik wakker wordt totdat ik ga slapen. Ik vind het ook zo erg dat ze me zo gek maken. Van jij wil niet bellen, dan wil je het weer wel. Wat moet ik geloven, ik vind het zo moeilijk. Ik heb het zelf veroorzaakt. Ik haat mezelf, het spijt me. Het spijt me heel erg. Meisje, denk aan jezelf. Doe jezelf niks aan, alsjeblieft niet. Zorg goed voor jezelf en voor ons kind. Oké? Doe dat alsjeblieft doe dat. Ik hou van je lieverd, ik hou echt zielsveel van je. Van hier tot aan de maan en terug tot weet ik het waarheen. Dag schatje ik hou van je dag."
Noot verbalisant: op 19 maart 2024 werd ik gebeld door aangeefster [aangeefster] . Zij gaf aan dat de vader van [de verdachte] in opdracht van [de verdachte] de sloten van de woning aan de [plek] had veranderd.
Aangeefster: Ik ontving op dinsdag 19 maart 2024 een e-mail bericht van de vader van [de verdachte] (vanuit zijn mailadres).
Hierin staat het volgende:
"Van: [naam 3]
Datum: 19 maart 2024 om 18:52:08 CET
Onderwerp: [adres 1] te Den Haag
Beste [aangeefster] ,
Wel heeft [de verdachte] mij gevraagd om het volgende mede te delen:
Aangezien jij vrijwillig de woning hebt verlaten, heeft [de verdachte] nu alleen de zeggenschap en het gebruik over [adres 1] .
Dat gezegd hebbende heb ik in opdracht van [de verdachte] de sloten veranderd en ik verzoek je dan ook je niet meer te vervoegen aan het hier bovengenoemde adres.
Met vriendelijke groet / Best regards
[naam 3]
Bijlagen - brieven
 “Hou van je! Het spijt me echt”
 “Lieve [aangeefster] , hopelijk vindt je het niet vervelend dat ik zoveel brieven schrijf. Door dit te doen hoop ik dat ik helder blijf.”
 “Laat alsjeblieft de deur nog een piepklein stukje voor mij open. Dat heb ik nodig om te hopen.”
 “Het enige wat ik wil is weer samen met je zijn. Tot het einde der tijden met jou. Nu zo alleen doet verdomd veel pijn. Samen met de vrouw waar ik zo ontzettend veel van hou.”
 “Als je me niet wil spreken, ik bel met een [netnummer] nummer, zal ik niet boos zijn.”