Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer/voorzieningenrechter in de zaken tussen
[eiser] , eiser en verzoeker (hierna: eiser)
de minister van Asiel en Migratie, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Tarakhel [5] is aangemerkt. In dit kader verwijst eiser naar een uitspraak [6] van deze rechtbank, zittingsplaats Utrecht, waarin geoordeeld is dat voor de uitleg van het begrip ‘bijzonder kwetsbaar’ in het arrest Tarakhel verwezen is naar een arrest van het EHRM dat in de uitleg van dit begrip aansluiting zoekt bij de definitie van ‘kwetsbare personen’ als bedoeld in artikel 21 van de Opvangrichtlijn [7] . Dit is relevant, omdat in deze zaak - net als in de uitspraak van zittingsplaats Utrecht - niet in geschil is dat eiser een kwetsbare asielzoeker in de zin van artikel 21 van Opvangrichtlijn is omdat hij slachtoffer van seksueel geweld is. De hoogste bestuursrechter [8] heeft deze uitspraak bevestigd en geoordeeld dat verweerder aanvullende individuele garanties had moeten vragen. Eiser vindt zijn situatie vergelijkbaar, omdat het in die zaak ook ging om een vreemdeling die als gevolg van seksueel geweld psychische klachten heeft.
C.K. tegen Sloveniëvolgt dat sprake kan zijn van een behandeling in strijd met artikel 4 van het Handvest [9] , wanneer de overdracht van een Dublinclaimant met een ernstige mentale of lichamelijke aandoening leidt tot een reëel en bewezen risico op een aanzienlijke en onomkeerbare achteruitgang van diens gezondheidstoestand, zelfs indien niet ernstig gevreesd moet worden voor systeemfouten in de verantwoordelijke lidstaat. Het is aan de nationale autoriteiten van de overdragende lidstaat (in dit geval verweerder) om bij het nemen van een overdrachtsbesluit rekening te houden met alle aanzienlijke en onomkeerbare gevolgen voor de gezondheidstoestand van eiser die ten gevolge van de overdracht kunnen ontstaan.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op om opnieuw op de asielaanvraag van eiser te beslissen, met inachtneming van deze uitspraak;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 1.750,-.