ECLI:NL:RBDHA:2024:15755
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H. Hanssen - Telman
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen voortduren maatregel van bewaring van Algerijnse vreemdeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 oktober 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen het voortduren van de maatregel van bewaring van een Algerijnse vreemdeling. De maatregel van bewaring was op 31 juli 2024 opgelegd door de minister van Asiel en Migratie op basis van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. De vreemdeling, die geboren is op een onbekende datum en een V-nummer heeft, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft het beroep op 27 september 2024 behandeld, waarbij zowel de vreemdeling als de minister zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.
De rechtbank heeft overwogen dat de minister voldoende voortvarend handelt in de uitvoering van de maatregel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister sinds het sluiten van het onderzoek in de vorige procedure, meerdere stappen heeft ondernomen om de terugkeer van de vreemdeling naar Algerije te faciliteren. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de identiteit en nationaliteit van de vreemdeling door de Algerijnse autoriteiten zijn bevestigd en dat er een vlucht naar Algerije is geboekt voor 14 oktober 2024.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep ongegrond is en heeft het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. H. Hanssen - Telman, rechter, in aanwezigheid van mr. K.E. Mulder, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.