ECLI:NL:RBDHA:2024:15483
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussen controle en betaling via een parkeerapp zijn 11 minuten verstreken; naheffingsaanslag parkeerbelasting terecht opgelegd
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 september 2024 uitspraak gedaan in een geschil over een naheffingsaanslag parkeerbelasting. Eiser, vertegenwoordigd door mr. I.N.D.J. Rissema, had bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag die was opgelegd door de heffingsambtenaar van de gemeente Den Haag. De naheffingsaanslag was het gevolg van een controle op 22 maart 2023, waarbij werd vastgesteld dat de auto van eiser zonder geldige parkeervergunning was geparkeerd en er geen parkeerbelasting was voldaan. Eiser had de parkeeractie pas 11 minuten na de controle aangemeld via een parkeerapp, wat volgens de rechtbank niet kan worden beschouwd als voldoening binnen een redelijke termijn.
De rechtbank overwoog dat de parkeerbelasting bij aanvang van het parkeren moet worden voldaan en dat de parkeerder onmiddellijk uitvoeringshandelingen moet verrichten om de verschuldigde belasting te betalen. De rechtbank oordeelde dat de 11 minuten die verstreken waren tussen de controle en de betaling te lang waren om te spreken van een redelijke termijn. Eiser's argument dat hij slecht ter been is, werd verworpen, omdat hij gebruik had gemaakt van een parkeerapp en de benodigde informatie goed zichtbaar was.
Daarnaast betoogde eiser dat de kosten van de naheffing boven de toegestane grenzen lagen volgens de gemeentelijke regelgeving. De rechtbank verwees naar een eerdere uitspraak van het gerechtshof Den Haag, waarin de argumenten van eiser al waren besproken en afgewezen. De rechtbank concludeerde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd en verklaarde het beroep ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag.