ECLI:NL:RBDHA:2024:15228
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herhaalde asielaanvraag van Ghanese vreemdeling wegens homoseksuele gerichtheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, wordt het beroep van een Ghanese vreemdeling tegen de afwijzing van zijn herhaalde asielaanvraag behandeld. De vreemdeling, geboren in 1985, heeft eerder een asielaanvraag ingediend die op 20 februari 2024 als kennelijk ongegrond werd afgewezen. Hij stelde dat hij problemen ondervond in Ghana vanwege zijn homoseksualiteit, maar de minister van Asiel en Migratie achtte zijn verklaringen niet geloofwaardig. De vreemdeling heeft op 11 april 2024 een opvolgende asielaanvraag ingediend, waarin hij opnieuw zijn seksuele gerichtheid als motief aanvoert, maar deze werd eveneens afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de minister de aanvraag in de grensprocedure mocht afhandelen en dat er geen sprake was van onzorgvuldig gehoor. De rechtbank concludeert dat de minister de seksuele gerichtheid van de vreemdeling op een juiste manier heeft beoordeeld en dat de afwijzing van de asielaanvraag terecht was. Het beroep van de vreemdeling wordt ongegrond verklaard.