ECLI:NL:RBDHA:2024:14913
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep bewaring en zicht op uitzetting naar Congo
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 16 september 2024 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring van eiser, die stelt Congolese nationaliteit te hebben. De minister van Asiel en Migratie had op 31 juli 2024 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig was en het onderzoek gesloten op 16 september 2024.
Eiser betoogt dat er geen redelijk zicht is op uitzetting naar de Democratische Republiek Congo, omdat er nog geen reactie is op de LP-aanvraag en er geen nieuwe presentatie is gepland. Eiser stelt dat de minister onvoldoende voortvarend handelt. De rechtbank overweegt dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en rechtmatig was tot het sluiten van het vorige onderzoek op 14 augustus 2024. De rechtbank concludeert dat er voldoende zicht is op uitzetting, aangezien de autoriteiten van Congo hebben meegewerkt aan het plannen van een presentatie.
De rechtbank oordeelt dat de minister voldoende voortvarend handelt en dat de langere duur van de maatregel voor rekening van eiser komt, omdat hij zelf geen inspanningen heeft geleverd om het proces te versnellen. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.