ECLI:NL:RBDHA:2024:14659
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen asielbeschikking met vermelding nationaliteit als 'onbekend'
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 9 september 2024, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie van 7 juni 2024 beoordeeld. De minister heeft de asielaanvraag van eiser ingewilligd, maar vermeldt dat de nationaliteit van eiser 'Onbekend' is. Eiser, die stelt een staatloze Palestijn uit Syrië te zijn, betoogt dat deze vermelding onterecht is en dat hij procesbelang heeft bij de procedure, omdat de registratie als 'Staatloos' andere rechten en voordelen biedt dan de registratie als 'Onbekend'. De rechtbank heeft het beroep op 29 augustus 2024 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren.
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk. De rechtbank legt uit dat de asielprocedure niet bedoeld is om de staatloosheid van een vreemdeling vast te stellen. De minister is niet verplicht om in het kader van de asielaanvraag te bepalen of een vreemdeling staatloos is, tenzij dit noodzakelijk is voor de beslissing. De rechtbank wijst erop dat de asielprocedure gericht is op het verlenen van asielrechtelijke bescherming en niet op het vaststellen van nationaliteit of staatloosheid. Eiser kan zijn status als staatloze niet via deze procedure vaststellen, maar moet hiervoor een andere procedure volgen, zoals de Wet vaststellingsprocedure staatloosheid die op 1 oktober 2023 in werking is getreden.
De rechtbank concludeert dat eiser geen procesbelang heeft bij het beroep tegen de inwilliging van zijn asielaanvraag, en verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. A.S.W. Kroon, rechter, in aanwezigheid van mr. P.I. van der Meer, griffier.