In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Libische vrouw tegen de afwijzing van haar asielaanvraag door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres, geboren op 29 oktober 1990, heeft op 3 augustus 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die op 29 mei 2024 werd afgewezen. De rechtbank heeft het beroep op 1 augustus 2024 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de minister. De rechtbank oordeelt dat de minister de asielaanvraag ongegrond heeft verklaard zonder voldoende rekening te houden met de specifieke omstandigheden van eiseres als alleenstaande vrouw in Libië, waar zij vreest voor geweld en vervolging.
De rechtbank stelt vast dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd waarom eiseres niet tot een risicogroep behoort, ondanks haar familiebanden met een lid van de Al-Maadani stam, die gelieerd is aan Khadaffi. De rechtbank wijst erop dat de minister niet adequaat is ingegaan op de kwetsbaarheid van alleenstaande vrouwen in Libië en de risico's die zij lopen. De rechtbank vernietigt het besluit van de minister en draagt deze op om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak. Eiseres krijgt een proceskostenvergoeding van € 2.187,50 toegewezen.