ECLI:NL:RBDHA:2024:14020
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewaring op grond van artikel 59 Vreemdelingenwet 2000, zicht op uitzetting naar Algerije
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 3 september 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring van een Algerijnse eiser, opgelegd door de minister van Asiel en Migratie. De maatregel van bewaring is gebaseerd op artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen zicht op uitzetting naar Algerije ontbreekt, zowel in het algemeen als specifiek voor de eiser. De minister heeft toegelicht dat Algerije heeft verzocht om de lp-aanvraag opnieuw te ontvangen op een USB-stick, wat eind juli 2024 is aangeleverd. De rechtbank oordeelt dat de minister voldoende voortvarend heeft gehandeld en dat de gronden voor de maatregel van bewaring kunnen dragen. Eiser heeft verzocht om schadevergoeding, maar dit verzoek is afgewezen. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.