Uitspraak
RECHTBANK
1.De procedure
2.De zaak in het kort
3.Wat is er gebeurd?
De arbeidsovereenkomst is als leer-/arbeidsovereenkomst met het oog op educatie zoals
4.Wat wil [verzoekster] ?
5.Wat wil [verweerder] ?
6.Wat vindt de kantonrechter?
indien’ heeft als zuiver taalkundige betekenis ‘in het geval dat’ of ‘onder voorwaarde dat’. Volgens de kantonrechter volgt hieruit dat partijen onmiskenbaar hebben bedoeld een voorwaarde te verbinden aan de in het ‘Addendum’ opgenomen salarisafspraken en deze niet onvoorwaardelijk tussen partijen gelden. Gelet op de verdere zinssnede is de voorwaarde voor het in werking treden van de salarisafspraken eveneens duidelijk: ‘
indien na succesvol afronden van opleiding,een contractverlenging tussen beide partijen voor een periode van drie jaar voortvloeit’. Uit de tekst ‘
Het vorenstaande geldt als een beloning voor de toewijding van de werknemer om na succesvol afronden van haar opleiding te blijven werken’ volgt bovendien dat de salarisafspraken niet tot doel hadden een foute inschaling te corrigeren, zoals [verzoekster] stelt. Er zijn door [verzoekster] geen feiten en omstandigheden gesteld waaruit moet worden afgeleid dat zij ondanks de heldere inhoud en strekking van de afspraak van een andere uitleg mocht uitgaan. De omstandigheid dat zij per 1 juli 2023 een hoger salaris uitbetaald heeft gekregen, is daartoe onvoldoende. [verweerder] heeft immers onweersproken gesteld dat sprake was van een fout van de salarisadministratie en dat deze fout met het salaris van december 2023 is gecorrigeerd. De door [verzoekster] in het verzoekschrift ingenomen stelling, dat partijen de bedoelde contractverlenging hebben vastgelegd in de ‘Bijlage’, heeft zij tijdens de mondelinge behandeling verlaten. Tussen partijen staat daarmee vast dat de ‘Bijlage’ slechts een discussiestuk betreft en de daarin opgenomen opmerkingen over een contractverlenging niet bindend zijn. Gelet hierop lag het op de weg van [verzoekster] om haar stelling, dat partijen de in het ‘Addendum’ bedoelde contractverlening reeds zijn overeengekomen, nader te onderbouwen. Omdat [verzoekster] dit heeft nagelaten, is de bedoelde contractverlening niet komen vast te staan. Aan bewijslevering wordt niet toegekomen. Nu in de stukken verder geen steun kan worden gevonden voor de stelling van [verzoekster] dat haar salaris laatstelijk € 3.682,00 bruto bedroeg, gaat de kantonrechter hieraan voorbij.