ECLI:NL:RBDHA:2024:13304
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bezwaar tegen niet-ontvankelijkheid van aanvraag Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG)
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). De aanvraag werd door de staatssecretaris van Rechtsbescherming afgewezen met een besluit op 13 oktober 2023. Het bezwaar van eiser tegen deze afwijzing werd op 28 december 2023 niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bezwaar te laat was ingediend. Eiser stelde dat het bezwaarschrift op 24 november 2023 was ingediend, maar de rechtbank concludeerde dat het bezwaarschrift pas op 28 november 2023 door verweerder was ontvangen, wat de termijnoverschrijding bevestigde.
De rechtbank oordeelde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. Eiser had kunnen anticiperen op mogelijke postproblemen en had ook de mogelijkheid om het bezwaarschrift online in te dienen. De rechtbank benadrukte dat de belangen van eiser bij het verkrijgen van de VOG niet relevant waren voor de beoordeling van de ontvankelijkheid van het bezwaar. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekende dat eiser geen griffierecht terugkreeg en ook geen vergoeding voor proceskosten ontving. De uitspraak werd gedaan door rechter M. Garabitian en is openbaar uitgesproken op 20 augustus 2024.